Biografie

Over Leendert Vleeskruijer, zijn vrouw Geertruida Lionni en hun dochter Flora Louise.

Geertruida Lionni was het zesde kind van Levie Lionni en Rosine Coini en was geboren op 28 Augustus 1883. Op 17 April 1912 trouwde zij met de handelsreiziger Leendert Vleeskruijer, die op 17 Juli 1887 in Amsterdam geboren was als zoon van Wolf Vleeskruijer en Flora Chapon. Het echpaar had één dochter, Flora Louise die op 19 Maart 1919 was geboren.

Tot in April 1912 woonde Leendert met zijn zus Naatje Vleeskruijer thuis bij zijn ouders. Nadat het huwelijk van Leendert en Geertruida in 1912 gesloten was betrokken zij woonruimte op de Nieuwe Heerengracht 61 huis, waar zij tot in October 1930 hebben gewoond. Toen verhuisden zij naar de Andreas Bonnstraat 10 1e etage en op 10 December 1938 naar de Waalstraat 97 II in Amsterdam-Zuid.

Zijn ongehuwde zuster Naatje bleef samen met haar moeder, ook na het overlijden van vader Wolf Vleeskruijer in 1927. Naatje en haar moeder verhuisden nog wel een aantal keren. In Mei 1938 woonden zij zelfs kort in Den Haag, maar eind September kwamen zij weer naar Amsterdam en betrokken een woning in de Blasiusstraat 32 hs. Moeder Flora Vleeskruijer-Chapon betrok eind Juni 1940 woonruimte bij Pension Blog op de Plantage Middenlaan 40-bovenhuis, waar zij op 14 November 1941 is overleden; zij werd begraven op Muiderberg.

Vóórdat Naatje in Mei 1943 bij haar broer Leendert en zijn vrouw  Geertruida Lionni in de Waalstraat 97 II kwam inwonen, was zij na terugkeer in September 1938 uit Den Haag naar de Blasiusstraat, nog een aantal keren van adres veranderd. Naatje was stenotypiste bij-  en gesperrt door de Joodse Raad. Tóch werd zij op 29 Juni 1943 naar Sobibor gedeporteerd en bij aankomst op 2 Juli 1943 vermoord.

Leendert, Geertruida en hun dochter Flora Louise woonden vanaf December 1938 in de Waalstraat 97 II. Flora Louise werkte eerst als verkoopster, werd leerling verpleegster en nadat alle Joden in Nederland geregistreerd werden in 1941, werd zij medewerkster voedselvoorziening bij de Joodse Raad en was volgens aantekening op haar Joodse Raadkaart “vrijgesteld volgens lijst 5/23 - alhoewel zij geen officiële Sperre had gekregen.

Flora Louise Vleeskruijer werd 26 Mei 1943, toen vele stempels en vrijstelling door de Duitsers als vervallen waren verklaard, opgepakt en afgevoerd naar Westerbork, waar zij in barak 63 terecht kwam. Op 1 Juni werd zij op transport gesteld naar Sobibor en bij aankomst aldaar op 4 Juni 1943 onmiddellijk vermoord in de gaskamers.

Leendert en Geertruida waren al éérder slachtoffer geworden van de Jodenvervolging. Op 27 Maart 1943 werden beiden opgepakt en afgevoerd naar Westerbork, waar zij terecht kwamen in barak 68. Leendert was weliswaar niet officieel “gesperrt” maar was vanaf 11 October 1942 wél werkzaam als “bode Amstel 93” Op dat adres was de Centrale Culturele Commissie van de Joodsche Raad gevestigd. Toen de Joodse bevolking de Jodenster moesten gaan dragen, moest men deze sterren hier kopen. In 1942 werd het bureau Culturele Zaken van de Nieuwe Keizersgracht 58 naar dit adres overgebracht. (bron website joodsamsterdam.nl/amstel).

Op 30 Maart 1943 weden Leendert Vleeskruijer en Geertruida Vleeskruijer-Lionni gedeporteerd naar Sobibor. Bij aankomst aldaar op 2 April 1943 werden beiden onmiddellijk vermoord in de gaskamers. Van het transport van totaal 1255 slachtoffers waren er geen overlevenden.

Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaarten Levie Lionni (1839), Wolf Vleeskruijer (1863) en Leendert Vleeskruijer (1887); archiefkaarten van Leendert Vleeskruijer, Geertruida Lionni en Flora Louise Vleeskruijer; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Leendert Vleeskruijer, Geertruida Vleeskruijer-Lionni en van Flora Louise Vleeskruijer; website Joods Erfgoed Amsterdam/Amstel93 en de Wikipedia website Jodentransporten vanuit Nederland/30 Maart 1943 en een toevoeging van een bezoeker van de website.

Alle rechten voorbehouden