Rebecca Michel was op twee-na de jongste van de kinderen van Friedrich Michel en Lena Reiwit. Zij was geboren in de Koestraat 13 in Amsterdam op 12 Februari 1898 en later werkte zij als huishoudster. Tot in Augustus 1936 woonde zij “thuis” bij haar ouders, broers en zussen, wat tevens inhield dat er sindsdien nog een aantal keren verhuisd werd, voordat de familie in 1927 in de Lange Houtstraat nr. 26 terechtkwam.
Toen haar vader Friedrich Michel daar overleed in 1931 hadden alle kinderen inmiddels het “ouderlijke huis” verlaten en bleef haar moeder Lena Reiwit alleen daar achter. Zij verhuisde in October 1936 naar de Tugelaweg 91 in Amsterdam-Oost. Rebecca’s ongehuwde broer Marcus, die het ouderlijke huis óók al had verlaten, trok later weer bij zijn moeder in.
Rebecca had inmiddels twee kinderen gekregen maar zij was niet gehuwd. Haar oudste was Friedrich Michel, geboren op 4 Juli 1924, die ook wel Frederik werd genoemd. Hij overleefde de Holocaust, trouwde met een Française, had een dochter met haar en overleed in Amstelveen op 25 Maart 2009. Het tweede kind van Rebecca was Anna Michel die op 17 Februari 1930 in Amsterdam werd geboren.
In Augustus 1936 was Rebecca al met haar twee kinderen naar de Benkoelenstraat 5 hs verhuisd en op 22 November 1938 naar de Vrolikstraat 151 1e etage in Amsterdam-Oost. Nadat de Joden in Nederland verplicht waren geregistreerd bij de Joodse Raad, werden Rebecca en haar dochter Anna “gesperrt" als moeder van Friedrich Michel (haar zoon) die werkzaam was bij de “Bagage en Ordedienst” afdeling Expositur in de Jan van Eyckstraat 15. Daardoor was ook zijn zusje Anna tot nader order voorlopig vrijgesteld van deportatie.
Toen in de zomer van 1943 bijna alle vrijstellingen voor deportatie door de Duitsers als vervallen waren verklaard, verkreeg Friedrich nog een z.g. “Ausnahme Bescheinigung”, een allerlaatste vrijstelling van deportatie, die Friedrich kennelijk ook gebruikte om alsnog onder te duiken. Volgens aantekeningen van na de oorlog werd hij gesignaleerd in Chalons sur Marne in Frankrijk, waar hij ongetwijfeld ook zijn latere Fanse vrouw ontmoette.
Het lot van Rebecca en haar dochter Anna was helaas, dat zij, als behorend tot de allerlaatste Joden in Amsterdam, op 29 September 1943 werden opgepakt en afgevoerd naar Westerbork, waar zij werden ingesloten in de strafbarak 66. (29 September 1943 verklaarden de Duitsers Amsterdam “Judenrein”). Op 19 October werden Rebecca Michel en haar dochter Anna op transport gesteld naar Auschwitz en bij aankomst aldaar op 22 October 1943 onmiddellijk vermoord in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaarten van Friedrich Michel en Rebecca Michel; archiefkaart van Rebecca Michel; geboorteakte Rebecca Michel nr. 1878 d.d. 14-02-1898 uit het register 1898 boek 2-folio 157; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Rebecca Michel en haar kinderen Friedrich (Frederik) en Anna Michel; Publicatie “Vermoedelijk op Transport” door Raymund Schütz/Ausnahme Bescheinigung; de website Oorlogsbronnen/Amsterdam Judenrein en de Wikipedia website Jodentransporten vanuit Nederland.nl.