Jacob Lampie was de middelste van de drie zonen van Mozes Lampie en Bertha Cohen. Hij was geboren in Amsterdam op 1 Januari 1918 en hij was beddenmaker van beroep. Jacob was ongehuwd, woonde bij zijn ouders in de Weesperstraat 62 II en na de verhuizing van het gezin op 13 November 1940 in de Weesperstraat 18 II. Die verhuizing volgde, nadat de oudste zoon Salomon op 8 November 1939 in het huwelijk was getreden en het ouderlijke huis had verlaten.
Jacob Lampie werd vermoedelijk begin October 1942, tijdens grootscheepse razzia’s die de Duitsers toen georganiseerd hadden, opgepakt en afgevoerd naar Westerbork. Een exacte datum van transport van Amsterdam naar Westerbork was niet terug te vinden op de transportlijsten uit het archief van het Rode Kruis. Ook is het niet bekend of Jacob al eerder in een van de Joodse werkkampen in Noord Nederland tewerkgesteld was.
Al op 5 October 1942 werd Jacob gedeporteerd naar Auschwitz in een transport van 2012 slachtoffers, mannen, vrouwen en kinderen, inclusief een eerste deel van de 10.000 personen uit de door de Duitsers geliquideerde Joodse werkkampen, waardoor het begin October 1942 in Westerbork een enorme chaos was.
De trein maakte een tussenstop in het plaatsje Cosel, gelegen op ±80 km westelijk van Auschwitz, waar 550 jongens en mannen tussen 15 en 50 jaar op brute wijze gedwongen werden om de trein te verlaten. Zij werden tewerkgesteld in de omliggende dwangarbeiderskampen in Opper Silezië. De toen nog 24-jarige Jacob Lampie behoorde zeker tot deze groep “arbeidsgeschikte” mannen.
Uit het na-oorlogse onderzoek van het Rode Kruis is gebleken, dat van het transport van 5 October, de mannen vanuit Cosel doorgestuurd werden naar St. Annaberg , of naar Sakrau-Blechhammer en later nog gedeeltelijk naar Bismarckhütte en Monowitz. Van Jacob Lampie is het vrijwel zeker dat hij in Blechhammer terecht gekomen is en van daar uit begin 1945 met een evacuatietransport in de z.g. eindperiode naar Buchenwald gestuurd zou worden.
Het evacuatietransport, waaronder ook Jacob Lampie, vertrok per voet uit Blechhammer op 21 Januari 1945 naar Gross Rosen. Wat er daar nog over was van het oorspronkelijk vertrokken aantal mannen, kwam op 2 Februari 1945 in Gross Rosen aan. De "evacuatie" zou op 7 Februari per trein zou worden voortgezet naar Buchenwald.
Jacob Lampie maakte dat niet meer mee. Op 7 Februari 1945 is hij na aankomst in het Gross Rosen-complex bezweken aan de gevolgen van de dodenmars Blechhammer-Gross Rosen.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Mozes Lampie, archiefkaart Jacob Lampie; het archief van het Rode Kruis/publicaties Auschwitz III en Auschwitz VI (Cosel transporten en Evacuatietransporten), uitgegeven Maart en October 1952; het archief van de Joodse Raad, registratiekaart van Jacob Lampie; de Wikipedia website Jodentransporten vanuit Nederland.nl en de overlijdensakte 156 uit het A-register 91-folio 27verso, opgemaakt voor Jacob Lampie te Amsterdam op 27 December 1951.