David van Delft is geboren op 26 september 1916 te Groningen. Hij is de zoon van Levie en Bettje van Delft-Valk uit Wildervank. Hij trouwde op 8 april 1940 met Bertha Bollegraaf, geboren op 19 mei 1913 te Hoogezand. Bertha is de dochter van Heiman Bollegraaf en Esther de Beer. Ze gingen wonen aan de Noorderstraat 320 te Sappemeer. Deze woning is afgebroken en nu is er de ingang naar het Kringloopmagazijn. David was pakhuisknecht. Toen de bezetter het niet meer goed vond dat bedrijven Joodse mensen in dienst hadden, werd hij zakkennaaier. Deze bezigheid kon hij vanuit huis uitvoeren.
Op 1 februari 1942 wordt hun dochter Bettje geboren.
Op 28 november 1942 zijn moeder Bertha en dochter Bettje in Westerbork aangekomen. Vader David was toen al gedeporteerd naar Auschwitz waar hij op 18 augustus 1942 werd vermoord. Het kleine gezin is op een wrede en onmenselijke manier uiteengereten.
Bertha en Bettje zijn op 8 december 1942 gedeporteerd naar Auschwitz en daar op 11 december, meteen na aankomst vermoord. Baby Bettje was toen nog geen 11 maanden oud.
Op de Noorderstraat 320 (voorheen Zuiderstraat 178) te Sappemeer zijn struikelstenen voor hen geplaatst.
Bron: Stolpersteine Midden Groningen
Zie ook Verhalen van Midden Groningen