Salomon Winnik, de zoon van Jacob Winnik en Rachel Koopman, werd in Amsterdam geboren op 25 Augustus 1892 op de Nieuwe Prinsengracht 62. Hij woonde thuis en verhuisde na de eeuwwisseling mee naar het nieuwe adres van de familie: de Nieuwe Prinsengracht 90 1e etage.
Salomon Winnik bleef ongehuwd. Hij volgde de voetsporen van zijn vader en ook hij werd diamantbewerker. Vanaf 1906 werd hij toegelaten als leerling bij de ANDB. Hij werd opgeleid tot brilliantslijper en legde zijn proeve van bekwaamheid af bij Duim en Dresden. Vervolgens werd hij werkzaam bij I.J. Ascher in het atelier Bottenheim. Zijn lidmaatschap ving aan per 27 Maart 1909 en hij werd ingedeeld bij vakgroep 2.
In 1942 werd het voor Joden verboden om nog langer lid te zijn van de ANDB. Uit het Joodsche Weekblad van 6 maart 1942: “Het bestuur van de Vereeniging van Israëlietische Diamantbewerkers „Betsalel" deelt mede, dat op grond van de Verordening van den Rijkscommissaris No. 199/41, alle Joodsche diamantbewerkers(sters) moeten bedanken als lid van den ANDB. Tegelijk moeten zij aanvragen, als lid te worden ingeschreven van „Betsalel". Zo werd ook Salomon Winnik per 14 Maart 1942 als lid uitgeschreven bij de ANDB en werd verplicht lid van “Betsalel”.
Salomon Winnik zal op enig moment in de zomer van 1942 zijn gearresteerd en afgevoerd naar Westerbork. Op transportlijsten vanuit Amsterdam naar Westerbork, vanaf de lijst van 18 op 19 September tot en met de lijst van 4 op 5 October, komt de naam van Salomon Winnik overigens niét voor. Ná 5 Ocober 1942 volgt pas weer een transport vanuit Amsterdam op 13 October 1942. Echter toen kon Salomon Winnik al niet meer in Westerbork zijn. Aantekeningen op zijn Joodse Raad kaart geven aan dat hij op 9 October, dan wel op 5 October 1942 op transport gegaan zou zijn.
Uit de Rode Kruisarchieven waarin ook transportlijsten vanuit Westerbork naar Auschwitz terug te vinden zijn en waarop de naam Salomon Winnik voorkomt geven enerzijds een transportdatum van “9 October 1942” aan, maar anderzijds ook slechts “October 1942”.
Op basis van de onderzoeken van het Rode Kruis, zoals door hen gepubliceerd in October 1952, en zijn overlijdensdatum van 31 Augustus 1943, zoals gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant, alsmede in zijn officiële juridische overlijdensakte nr. 12 opgemaakt 18 Januari 1952 uit het A-register 93-3verso, is met vrij grote zekerheid aan te nemen dat Salomon Winnik op 5 October 1942 vanuit Westerbork met een z.g. Cosel-transport uiteindelijk terechtgekomen is in één van de dwangarbeiderskampen van Opper-Silezië.
Uit de Rode Kruis publicatie “Auschwitz III”, bijlage III – paragraaf B: afzonderlijke transporten sub 7 blijkt dat: de mannen, die uit Westerbork vertrokken zijn met het transport van 5 October 1942 en die in Cosel zijn uitgestapt, moeten, tenzij anders blijkt, en overigens met inachtneming van de gestelde algemene conclusies, worden geacht te zijn overleden ná 8 October 1942, doch uiterlijk op 31 Augustus 1943 in een der arbeidskampen in Opper-Silezië (Polen).
Ondanks dat de exacte datum van Salomon's overlijden niet bekend is, heeft het Nederlandse Ministerie na de oorlog opdracht gegeven aan de Gemeente Amsterdam, om voor Salomon Winnik een akte van overlijden op te maken, waarin is vastgelegd dat hij op 31 Augustus 1943 is overleden in Midden-Europa.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Jacob Winnik, archiefkaart Salomon Winnik; ledenkaarten ANDB/Salomon Winnik; website Het Geheugen van Oost/naar Betsalel/Salomon Winnik; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Salomon Winnik; het archief van het Nederlandse Rode Kruis/publicatie October 1952 “Auschwitz III”/Cosel transporten/pagina 47/transport van 5 Oct 1942 en bijlage III/paragraaf B/afzonderlijke transporten sub 7; overlijdensakte 12 van 18 Januari 1952 voor Salomon Winnik uit het A-register A93-folio 3verso.