Franz Ferdinand Oppenheimer is op 2 februari 1914 te Straatsburg geboren als enige zoon van Julius Oppenheimer (1874-1939) en Margarete Busch (1883-1935). Franz heeft twee zusters uit dit huwelijk; Annelies (1912-2008) en Ellen Victoria (1915-1919). Daarnaast heeft Franz nog een halfzus uit een eerder huwelijk van zijn vader, namelijk Ilse Amalie (1906-1975).
Franz is de kleinzoon van Ferdinand Oppenheimer, een van de twee oprichters van de Adler & Oppenheimer AG, een multinationale onderneming op het gebied van leder, met sinds 1920 ook een vestiging in Oisterwijk. Julius Oppenheimer, de vader van Franz, geeft vanaf 1920 leiding aan het hoofdkantoor te Berlijn. In verband met de arisering van het bedrijf moet hij Berlijn in 1938 verlaten. Hij overlijdt in 1939 op 65-jarige leeftijd in Brussel.
Franz woont vanaf 1920 in Berlijn en is daar leerling aan het Grunewald Gymnasium, thans Walther-Rathenau-Gymnasium. Zijn naam komt voor op een gedenkplaat van voormalige Joodse leerlingen die in de Tweede Wereldoorlog als gevolg van het nationaalsocialisme om het leven zijn gebracht.
Franz verhuist van Berlijn naar Zürich. In 1938 verlaat hij Zwitserland en komt naar Nederland, waar hij vanaf 4 november in de villa Brabantia aan de George Perklaan 15 (voorheen C39) gaat wonen. Villa Brabantia wordt gebruikt door de families Adler en Oppenheimer en hun buitenlandse gasten. Op de persoonskaart van Franz staat dat hij koopman bij de Oisterwijkse Lederfabriek is. In andere documenten wordt hij directielid genoemd.
Verschillende familieleden van Franz hebben, onder dreiging van het opkomend nazisme, voor het uitbreken van de oorlog al een veilig heenkomen gezocht in Engeland of in de Verenigde Staten. Zo ook Erich Adler, de grote man van de Oisterwijkse Lederfabriek. Hij is kort voor de bezetting vanuit het Belgische De Panne per boot naar de Verenigde Staten gereisd. Franz is dit ook van plan, maar is helaas te laat en daardoor minder fortuinlijk. Hij probeert na de Duitse inval op 10 mei 1940 te ontkomen door via IJmuiden per schip naar Engeland over te steken. Franz wordt daarbij echter aangehouden en geïnterneerd. Onbekend is waar dit is geweest.
Presser schrijft over het ‘drama van IJmuiden’. Duizenden Joden zijn in de eerste oorlogsdagen naar IJmuiden getrokken om per boot een veilig heenkomen te vinden. Slechts enkele honderden is het gelukt om Engeland te bereiken. De meesten gingen onverrichter zaken weer terug naar huis.
De Duitsers brengen Franz later over naar het concentratiekamp Sachsenhausen in Oranienburg bij Berlijn. Daar overlijdt hij op 25 februari 1941 als eerste Oisterwijks-Joodse oorlogsslachtoffer. Franz is dan pas 27 jaar. Volgens een verklaring zou hij op die datum ‘auf der Flucht erschossen’ zijn. Deze formulering gebruikte de ss voor het binnen de concentratiekampen doodschieten van gevangenen die zich in een verboden zone bevonden. De ss was berucht om het dwingen van gevangenen zich in een verboden zone te begeven, waarna de gevangenen vervolgens werden doodgeschoten.
De ouders van Franz liggen begraven op de joodse begraafplaats Koenigshoffen te Straatsburg. Op hun grafsteen is later ook de naam van Franz toegevoegd.
Op 12 maart 2019 is voor de woning aan de George Perklaan 15 te Oisterwijk een struikelsteen ter herinnering aan Franz Oppenheimer geplaatst.
Bron: Peter Slingerland. Struikelstenen in Oisterwijk. Het verleden herdenken met het oog op de toekomst. Oisterwijk: Stichting Het Kwartier van Oisterwijk, 2022.