Jacob Mug was de jongste van de zes kinderen van Mozes Mug en Jetje Brandon. Hij was geboren op 12 September 1907 en hij werkte als kantoorbediende bij de ANWB in Den Haag. Voordien woonde hij thuis bij zijn ouders in Amsterdam, maar toen die op 26 Februari 1931 verhuisden naar de Cornelis Springerstraat in het district De Pijp, vertrok Jacob naar Betondorp in de Amsterdamse Watergraafsmeer en woonde daar kort in bij Samuel Teeboom op de eerste etage van de Ploegstraat 40.
Op 2 April 1931 verhuisde Jacob Mug naar Den Haag, waar hij werd ingeschreven op het adres Gedempte Gracht 33 en waar hij tot het einde van dat jaar woonde. In 1932 woonde hij in de Burgemeester Hooftstraat 90 en in Augustus 1932 verhuisde hij naar het Kaapscheplein 64. Enkele jaren later verhuisde hij half November 1936 naar de Goeverneurlaan 624, waar hij tot 11 Augustus 1937 inwoonde bij zijn zwager Joel van Stratum, die gehuwd was met zijn zus Rosa Mug.
Die 11e Augustus 1937 trad Jacob Mug in Den Haag in het huwelijk met de Niet-Joodse Johanna Alida van der Starre, een dochter van de Haagse trambestuurder Hendrik van der Starre en Anna Jacoba Geertruida Suurmond. Johanna Alida was geboren op 28 Februari 1917 in Den Haag. Nadat het huwelijk gesloten was betrokken Jacob en Johanna een woning op de Marktweg 373 in Den Haag, gelegen tegenover het Zuiderpark en vlak bij de Hoefkade.
Het huwelijk hield echter geen stand. Nog vóór de scheiding formeel een feit was, was Jacob op 26 April 1940 al uit Den Haag vertrokken naar de Esmoreitstraat 26 I in Amsterdam West. Hij bleef daar tot 6 Mei 1941 en trok toen in bij zijn broer Samuel die in de nabijgelegen Griseldestraat 23 woonde.
Op 17 October 1941 werd de echtscheiding ingeschreven in het register van Huwelijken en Echtscheidingen van Den Haag, n.a.v. het vonnis van 18 September 1941 uitgesproken door de Arrondissementsrechtbank van Amsterdam. Die 17e October verhuisde Jacob naar de Leonardostraat 7 I, in Amsterdam-Zuid, een zijstraat van de Gerrit van der Veenstraat en op 16 Maart 1943 werd zijn laatst bekende adres in Nederland Pretoriusplein 3 II in Amsterdam-Oost.
Het is niet bekend wanneer Jacob Mug vanuit Amsterdam op transport gesteld is naar Westerbork, wat vermoedelijk in de tweede helft van 1942 zal hebben plaatsgevonden, maar na 15 Juli 1942. Vanuit Westerbork is Jacob gedeporteerd naar Auschwitz. Volgens aantekeningen van na de oorlog op zijn registratiekaart van de Joodse Raad, zou Jacob gestorven zijn t.g.v. een darm-kathar en flegmone. Verder is gebleken dat uit de later teruggevonden "Sterbebücher" van Auschwitz, (dodenboeken), dat conform die registers Jacob Mug op 22 Januari 1943 daar is vermoord.
De Nederlandse Autoriteiten hebben na de oorlog vastgesteld, mede op basis van onderzoeken van het Rode Kruis en getuigenissen van overlevenden, dat Jacob Mug op 22 Januari 1942 in Auschwitz is overleden. De Gemeente Amsterdam kreeg toen opdracht een overlijdensakte op te maken voor Jacob Mug, waarin is vastgelegd dat hij op 22 Januari 1943 in de omgeving van Auschwitz is overleden.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Mozes Mug, gezinskaart Jacob Mug, archiefkaart Jacob Mug; Gemeente Archief Den Haag/gezinskaart Jacob Mug; Huwelijksakte Amsterdam Mug x v.d. Starre in 1937; Woningkaarten Amsterdam/Ploegstraat 40/Esmoreitstraat 26/Griseldestraat 23/Leonardostraat 7 en Pretoriusplein 3; overlijdensakte 28 van 30 October 1953 uit het A-register 102-folio 6verso voor Jacob Mug.