Klara Brandon was de één na jongste van de zes kinderen van Isaak Jacob Brandon en Rosa Groenewout. Zij was geboren op 10 Mei 1880 in de Nieuwe Kerkstraat 23 in Amsterdam, bleef ongehuwd en zij werkte als dienstbode bij diverse families.
Na haar geboorte woonde zij tot 23 Mei 1898 met haar ouders, broers en zussen nog op vier andere adressen in Amsterdam. Toen vertrok de 18-jarige Klara naar Hilversum, waar zij 3 maanden verbleef op de Zeedijk 28 bij Jacob Mok, die in Juni 1897 gehuwd was met haar zus Mietje Brandon. Op 30 Augustus 1898 kwam Klara weer terug het ouderlijke huis in de Lange Houtstraat 26 in Amsterdam, maar niet voor lang: haar vader Isaac Jacob Brandon overleed daar op 15 Maart 1899. Hij werd 2 dagen later begraven op de Joodse Begraafplaats te Muiderberg.
Na de dood van haar vader, vertrok Klara op 15 Juli 1899, nu met haar moeder Rosa Groenewout, opnieuw naar het gezin van Jacob Mok in Hilversum, waar haar moeder tot medio Januari 1902 bleef. Toen Klara’s moeder weer naar Amsterdam terugkwam verbleef zij in de Zwanenburgerstraat 21 II. Vanaf begin Februari 1903 verhuisde Rosa naar de Houtkopersburgwal 10 waar zij inwoonde bij Mozes Mug, die gehuwd was met haar dochter Jetje. Rosa verbleef daar totdat zij op 24 April 1929 overleed en ook op Muiderberg werd begraven.
In 1905, vanaf 21 Juli tot 23 November, verbleef Klara opnieuw bij haar zus Jetje en zwager Mozes Mug die toen nog op de Houtkopersburgwal 13 woonden. Tussen 1903 tot 1905 was Klara in Antwerpen, waar zij haar zus Mietje bezocht die gehuwd was met Jacob Mok. In de periode daarna tot half December 1916 werkte Klara bij verschillende Amsterdamse families als dienstbode (o.a. bij de families Klisser, Kater, Van West, Maarssen en Elias) en kwam in 1916 tot in 1927 opnieuw inwonen bij Mozes Mug, die in die periode woonde in de Blasiusstraat 120 en 89 en in de Retiefstraat 28.
Klara bleef daar, totdat zij eind Mei 1927 vertrok naar haar zuster Elisabeth Brandon, die in 1913 gehuwd was met Jechiël Ritmeester. Eind Mei 1927 woonden die in de Halmaheirastraat 75 III, verhuisden in de jaren daarop naar de Oude Schans 50 II, Zandstraat 27 I en na het overlijden van haar echtgenoot Jechiël op 16 Maart 1933,verhuisde Elisabeth Brandon uiteindelijk met drie van haar kinderen per 21 Februari 1938 naar de Lepelstraat 2e etage, en al die keren verhuisde Klara met hen mee. Lepelstraat 2 II in Amsterdam was ook Klara’s laatst bekende adres in Nederland.
Klara werd op 10 Februari 1943 opgepakt en afgevoerd naar het concentratiekamp Vught. Echter 10 dagen later alweer werd zij op de 20e uit Vught doorgestuurd naar Westerbork. Van daar werd zij op 23 Februari 1943 met nog 1100 andere slachtoffers gedeporteerd naar Auschwitz. Bij aankomst aldaar op 26 Februari 1943 werd de 62-jarige Klara Brandon onmiddellijke vermoord in de gaskamers van Auschwitz Birkenau.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, geboorteakte Klara Brandon 1880 register 4- folio 127verso; overgenomen delen/Isaak Jacob Brandon, met Klara Brandon; gezinskaarten Jechiël Ritmeester, Mozes Mug en Klara Brandon; archiefkaart Klara Brandon; Bevolkingsregisters Amsterdam; woningkaarten Amsterdam; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Klara Brandon; website ITS Arolson/kampkaart Vught Klara Brandon; Wikipedia website Jodentransporten vanuit Nederland.nl/23 Februari 1943.