IJmuiden
Isaäc Brandon Bravo woont in 1941 als kostganger in het huis van Jannetje Teunis Slager- Ruiten (Urk 1878 - Velsen 1960) aan de Hobbemastraat in IJmuiden. Na een paar maanden verhuist hij naar een woning aan de Trompstraat in IJmuiden. Jannetje Slager- Ruiten is de weduwe van Benjamin Noachsz Slager (Kampen 1864 - Velsen 1929). Isaäc Brandon Bravo is een bekende van Benjamin’s zuster Saartje Denneboom. Isaäc werkt als kleermaker in de zaak van Saartjes zoon, kleermaker Joël Denneboom en in 1938 woont hij een tijdje bij het gezin Denneboom in de Ruyschstraat in Amsterdam.
Isaäc Brandon Bravo en Joël Denneboom krijgen net als in totaal zo’n 5500 andere Joodse geschoolde textielarbeiders en hun families, in 1942 als Konfektionsjuden of Rustungsjuden een voorlopige vrijstelling van deportatie. Omdat Isaäc gescheiden is geldt de Sperre alleen voor zijn 7-jarige zoon Max en niet voor zijn ex-vrouw Mietje Vedder.
Vught
Terwijl de meeste Joodse inwoners Velsen al op 6 maart 1942 hebben verlaten vertrekt Isaäc vermoedelijk pas begin 1943 vanuit IJmuiden naar Amsterdam. Daar woont zijn zoon Max bij hem aan het Krugerplein. Isaäc’s ex-vrouw Mietje Vedder (1905) is al in september 1942 in Auschwitz vermoord. Als de Sperren van alle Rüstungsjuden worden opgeheven komen de meesten van hen met hun familie terecht in ‘Konzentrationslager Herzogenbusch’, Kamp Vught. Isaäc en Max komen in maart 1943 aan in kamp Vught. Vermoedelijk worden Isaäc en Joël Denneboom aan het werk gezet op de confectie- en bontwerkplaats van de firma Escotex in het kamp. Isaäcs zoon Max zit in de barak voor kinderen van tien tot twaalf jaar. Als Max op 6 juni 1943 met het eerste kindertransport uit Vught naar kamp Westerbork moet, gaat Isaäc met hem mee. Na een nacht in Westerbork worden ze de volgende dag naar Sobibor gedeporteerd waar ze direct na aankomst worden vermoord.
Uit: T. Bos. Op zoek naar een plaats om thuis te komen. De geschiedenis van de Joodse inwoners van Velsen. Wormer, Uitgeverij Noord-Holland, 2023.