J.H. Kann was van 1920 tot 1941 lid van het Directorium van het Nederlandsch Lyceum. In het jaarverslag voor de Directeuren en Curatoren 1944-45 herdenkt rector Reindersma hem als volgt:
"Een bijzonder woord moge hier, nu de oorlog geëindigd is nog worden gewijd aan onzen penningmeester J.H. Kann, die in ballingschap is gestorven in Theresiënstadt. De heer Kann heeft voor de school zeer veel gedaan. Hij was de man, die in 1906 de stoot gaf aan de oprichting van de Vervolgschool van de Haagsche School Vereniging, de school waaruit het Lyceum zou moeten groeien. Hij verzorgde vanaf 1906 tot 1940 de financiën van onze school, hij was degene, die in moeilijke ogenblikken door zijn zonnig en sterkend optimisme altijd de moed erin wist te houden; hij was degene die, wanneer er geholpen moest worden, hielp. We hadden zo vurig gehoopt dat hij het einde van de oorlog zou beleven. Het heeft niet mogen zijn. Tragisch is het lot van deze voortreffelijke familie. Ook mevrouw Kann stierf in Theresiënstadt, terwijl 3 zoons - allen oud-leerlingen van de school - werden weggevoerd en nimmer zijn teruggekeerd. De nagedachtenis aan hen allen blijft bij de school in hoge ere."
Het jaarverslag is te raadplegen in het Haags Gemeentearchief, toegang 0947-01 inv.nr. 21
In "Vijftig jaar illegaal. Gedenkboek van het Nederlandsch Lyceum 1909-1959 " is bovenstaande passage overgenomen en door de toenmalige rector Ten Veldhuys als volgt aangevuld (p.64):
"Zijn innemende persoonlijkheid had hem de hoogachting en de vriendschap van talloos velen bezorgd. Zijn naam zal voor altijd met onze school verbonden blijven."