Meijer de Leeuw was een zoon van Moses de Leeuw en Beletje van Tijn. Hij werd geboren op 1 April 1879 in Den Helder. Hij trouwde op 27 Februari 1908 in Amsterdam met de Rooms-Katholieke Wilhelmina van de Graaf die daar op 27 Februari 1886 was geboren als dochter van Cornelis van de Graaf en Engelina Johanna Maal. Meijer’s echtgenote overleed vlak na het einde van de oorlog in Amsterdam op 23 Juli 1945.Voor zover bekend had het echtpaar De Leeuw-Van de Graaf geen kinderen.
Meijer was winkelier en handelaar in gebruikte goederen en verbleef voor zijn handel daardoor op diverse plaatsen. Hij werd in den Helder geboren maar kwam met zijn ouders op 18-jarige leeftijd in Mei 1897 naar Amsterdam en woonde op de Nieuwe Prinsengracht. In de eerste jaren van zijn verblijf in Amsterdam stond Meijer de Leeuw als koopman geregistreerd.
Op 31 Maart 1919 vertrok hij zelfs met zijn vrouw vanuit Amsterdam naar Londen maar keerde op 10 October 1919 al weer terug in Amsterdam en vertrok toen gelijk naar Den Haag waar hij met zijn vrouw in de Hagenstraat 148a woonde. Op 25 Februari 1926 vertrokken zij vanuit den Haag naar Antwerpen maar keerden terug in den Haag op 14 October 1929 en woonden toen op het Rijswijkseplein 13.
Op 29 November 1930 volgde een verhuizing binnen de gemeente Den Haag naar de Nieuwe Molstraat 87. Het echtpaar De Leeuw-Van de Graaf vertrok echter op 23 Februari 1932 uit Den Haag en betrok in Amsterdam een woning in de Frans Halsstraat 11. Vanaf 5 Februari 1935 woonde het paar op de Ceintuurbaan 189hs in Amsterdam, waar hij een winkel in gebruikte goederen had.
Meijer de Leeuw werd ten tijde van de verplichte registratie van alle Joden in Nederland in 1941 geregistreerd bij de Joodse Raad en op 25 Mei 1943 gearresteerd, opgepakt en afgevoerd naar Westerbork. Daar kwam hij terecht in barak 65 die toen als strafbarak bekend stond. Niet duidelijk is waarom hij in barak 65 terecht is gekomen; wél duidelijk is dat op basis van gegevens van het Rode Kruis is, hij wegens zijn gemengde huwelijk, op 30 Juli 1943 weer uit het kamp ontslagen is. (bron: info Westerbork/Rode Kruis).
Op 3 September 1944 wordt Meijer de Leeuw met het laatste transport naar Auschwitz gestuurd met in totaal 1019 gedeporteerden. Hij staat op de lijst “Nachtrag Häflinge Sammelschutzhaft”, en was dus in het kamp als gevangene. De conclusie moet dus zijn dat Meijer de Leeuw tussen 30 Juli 1943 en 3 September 1944 opnieuw als “strafgeval” naar Westerbork overgebracht is.
Onduidelijk is waar Meijer de Leeuw verbleef na zijn vrijlating uit Westerbork op 30 Juli 1943 en het moment van zijn deportatie op 3 September 1944. En wat er met Meijer de Leeuw na aankomst op 5 of 6 September 1944 in Auschwitz is gebeurd is eveneens onbekend.
Uiteindelijk heeft de Arrondissement Rechtbank Amsterdam bij beschikking van 21 december 1945 uitspraak gedaan, waarop de gemeente Amsterdam op 12 Januari 1946 een akte van overlijden heeft opgemaakt voor Meijer de Leeuw, waarin is vastgelegd dat hij op 15 Februari 1945 in Auschwitz is overleden.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaarten Moses de Leeuw en Cornelis van de Graaf; archiefkaart Meijer de Leeuw; Gemeente Archief Den Haag/gezinskaarten Meijer de Leeuw; Regionaal Archief Alkmaar/Den Helder, Bevolkingsregister Alkmaar met de familie De Leeuw; het archief van de Joodse Raad, registratiekaart van Meijer de Leeuw; informatie Westerbork/Rode Kruis betreffende de deportatie van 3 September 1944 van Meijer de Leeuw; overlijdensakte 10, opgemaakt 12 Januari 1946 in Amsterdam voor Meijer de Leeuw met overlijdensdatum 15 Februari 1945 in Auschwitz; akte van overlijden nr 371, opgemaakt op 25 Juli 1945 in Amsterdam voor Wilhelmina de Leeuw-van de Graaf; website ITS Arolson/lijst overledenen concentratiekamp Auschwitz nr 3848 d.d. 27 Mei 1959 met Meijer de Leeuw; website openarchieven.nl; website wiewaswie.nl en website stenenarchief.nl.