Dochter Kitty Andriesse-Wurms vertelt in 2004 in een interview
dat haar vader naar een werkkamp werd gestuurd en van daaruit begin oktober ’43 tijdens de grote razzia's in deze kampen naar Westerbork.
Vader is weer thuis
"Ik was dus op atelier, ik werkte. En het was, even kijken, misschien twee maanden later of een maand dat weet ik echt niet meer. Toen liep ik van mijn werk naar huis en ik kwam een bekende tegen en die zei: 'je hebt ook geen haast'. Toen zei ik 'waarom?' 'Moet je je vader niet begroeten, die is thuisgekomen. Je vader was van Westerbork naar huis gestuurd.' We hebben nooit geweten waarom. En ik weet ook niet meer, hoe gek ’t klinkt, hoe ik thuis ben gekomen. Maar ik schijn gevlogen te hebben.
Vught
Het gezin, behalve de al eerder gedeporteerde zoon Juda, wordt februari naar Kamp Vught gedeporteerd. Van daaruit ging vader in Westerbork op 21 maart 1944. Hij werd naar naar Auschwitz gedeporteerd op 23 maart 1944.
Na de dodenmars gestorven
"(...) hij is in verschillende kampen geweest en mijn vader heeft de oorlog overleefd. (...) Helaas niet lang. Waar 'ie vandaan gekomen is dat weet ik niet. Ik weet wel dat hij dus lopend, moet dat zijn geweest, tot in Oldenzaal is gekomen. Hij woog 37 kilo, was doodziek. En is daar overleden. Wist niet dat ik er nog was, ik wist ook niet dat hij er nog was.
Zie ook Post uit de Vergetelheid.
Kitty Andriesse-Wurms werd voor Joodse kinderen in kamp Vught geïnterviewd. Het volledige interview te vinden bij Getuigenverhalen.nl