Machiel Salomons, handelsreiziger van beroep, was de derde van de zeven kinderen van de toen 35-jarige leraar Simon Salomons en Sprins Wagenaar en was geboren in de Plantage Doklaan 7 Amsterdam op 3 Juli 1891. Zijn jongste zus Esther was geboren op 14 Juli 1888, zijn broer Alexander op 14 Juli 1890, Nanette op 1 October 1892, Abraham op 28 November 1893, Leon op 4 April 1895 maar die overleed al jong op 3 Juli 1911 en de laatste was Frederika, die op 28 Mei 1896 geboren was.
Het huwelijk van Machiel Salomons en Sara Duque vond plaats op 5 Januari 1921 in Amsterdam en op 9 Februari 1921 verhuisden zij naar Deventer en betrokken daar een woning op de Brink 70. Later verhuisden zij naar het Smalle Pad 7. Sara was een dochter van Jacob Duque (1867-1924)en Rebekka Dwinger (1865-1943) en was geboren op 8 Januari 1893 in Amsterdam. Hun twee kinderen werden in Deventer geboren: Sprins op 31 October 1922 en Jacob op 13 Februari 1927.
Op 18 Juni 1942, toen de familie nog in Deventer woonde, beantwoordde Machiel Salomons een brief aan het Kerkbestuur van de Nederlands Israëlitische Gemeente in Deventer, dat hij graag de benoeming tot dienstdoend functionaris bij het Begrafeniswezen aanvaardde en betuigde daarvoor zijn hartelijke dank. Twee maanden later echter, op 19 of 20 Augustus 1942 moest Machiel vertrekken voor tewerkstelling in het Joodse werkkamp Lievelde, En op 2 oktober 1942, op de heiligste dag van het Joodse Jaar, Jom Kipoer, tegen middernacht, werden de joodse dwangarbeiders zo onopvallend mogelijk naar het station van Lievelde gebracht en van daaruit doorgevoerd naar kamp Westerbork.
Vanuit Lievelde heeft Machiel op 20 September 1942 nog een brief geschreven aan het Kerkbestuur van de Ned. Israëlitische Gemeente Deventer als antwoord op hun brief van de 18e, dat “versnaperingen niet meer in het kamp mochten worden toegelaten” en aan “Alle bevriende kampgenoten, prima gevast en ontbeten, De diensten geheel met veel succes verricht". Vanuit “Lager Westerbork” schreef Machiel aan het Kerkbestuur in Deventer, dat zij in dit kamp weer alle “versnaperingen” mochten ontvangen en dat hij hen aangename feestdagen toewenste.
De avond en nacht van 2 op 3 October 1942 hebben de Duitsers alle Joodse Werkkampen in Nederland geliquideerd en alle Joodse dwangarbeiders te voet, per trein of beide, naar Westerbork overgebracht, waardoor daar een meer dan chaotische situatie ontstond. Daarbij óók nog - in het kader van de zogenaamde “gezinshereniging” - werden alle nog thuiswonende familieleden van huis opgehaald en eveneens overgebracht naar Westerbork, waarmee dan de herenigde families gezamenlijk gedeporteerd konden worden naar “het Oosten”.
Het gezin van Machiel Salomons uit Deventer werd tussen 3 en 5 October 1942 in Westerbork binnengebracht. Waar zij werden ondergebracht is destijds door de chaos niet geregistreerd. Terwijl haar ouders en broer nog achterbleven in Westerbork werd de bijna 20-jarige Sprins Salomons op al 9 October 1942 met nog 1702 anderen op transport gesteld naar Auschwitz. Uit de transportlijsten die in Westerbork zijn opgesteld en berusten in het archief Museum en Memorial Auschwitz-Birkenau is gebleken dat Sprins daar is aangekomen, niet tewerkgesteld werd maar direct na aankomst op 12 October 1942 werd vermoord in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau.
Op 30 October 1942 werden Machiel, zijn vrouw Sara en hun zoon Jacob op transport gesteld. Dit transport met in totaal 659 gedeporteerden, maakte een tussenstop in Cosel waar 200 jongens en mannen tussen 15 en 50 jaar de trein gedwongen werden de trein te verlaten. Jacob Salomons heeft zeker behoord tot die groep van 200 mannen, die in de omliggende werkkampen in Opper Silezië als dwangarbeiders tewerkgesteld werden, echter het is niet na te gaan waar hij uiteindelijk terecht is gekomen en wanneer hij precies is overleden. In een verkorte beschrijving van dat transport is iets meer te lezen waar de mannen vanaf Cosel naar toe gebracht zijn maar zijn precieze plaats van zijn overlijden is niet bekend.
De conclusie van het Rode Kruis, overgenomen door de Nederlandse Autorteiten luidt: "de mannen van het transport van 30 October 1942 uit Westerbork die in Cosel zijn uitgestapt, moeten, tenzij anders blijkt, overigens met inachtneming van de gestelde algemene conclusies, worden geacht te zijn overleden ná 2 November 1942, doch uiterlijk 31 Maart 1944 in één der arbeidskampen in Silezië (Polen)".
Mede op basis van die onderzoeken door het Rode Kruis heeft het Nederlandse Ministerie van Justitie vervolgens opdracht gegeven aan de commissie tot het doen van aangifte van overlijden van vermisten, een akte van overlijden op te maken voor Jacob Salomons, waarin is vastgelegd dat hij op 31 Maart 1944 in Midden Europa is overleden, welke akte op 26 Januari 1952 in de Burgerlijke Stand van Deventer is ingeschreven.
Machiel Salomons en zijn vrouw Sara Duque behoorden daarentegen tot diegenen die in Cosel in de trein zijn achtergebleven en verder werden vervoerd naar Auschwitz. Na aankomst op 2 November 1942 werden beiden, alsmede de andere overgebleven gedeporteerden, direct in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau vermoord.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaarten van Jacob Duque en Simon Salomons; Amsterdamse geboorteaktes 7384 van Machiel Salomons en 330 voor Sara Duque; Deventer gezinskaart voor Machiel Salomons uit het Deventer Archief; CBG verzamelingen/ geboorteaankondiging Sprins Salomons; brieven van Machiel Salomons aan het Kerkbestuur van de Nederlands Israëlitische Gemeente Deventer; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Machiel Salomons, Sara Salomons-Duque, Sprins Salomons en Jacob Salomons; Deventer overlijdensakte nr. 45 d.d. 26-02-1952 voor Jacob Salomons; Wikipedia website Jodentransporten vanuit Nederland.nl