Ella Helena Dzialoszynski werd op 28 Augustus 1888 geboren in het Duitse Kempen als een dochter van Ludwig Louis Loebel Dzialoszynski en Bertha Kroner. Zij trouwde in Frankfurt am Main op 6 December 1918 met Alexander Wagenaar, een zoon van Lion Wagenaar en Helene Wormser, die in Amsterdam op 15 December 1882 in het huwelijk waren getreden. Alexander was de jongste van hun vijf kinderen en op 14 October 1893 in Amsterdam geboren en hij verdiende zijn brood als reiziger in poetsartikelen.
Ella en Alexander kregen drie kinderen, allen geboren in Frankfurt am Main; Lion Mordechai werd op 3 Maart 1920 geboren, daarna volgde Berta Helena op 3 September 1921 en als laatste kwam Abraham op 3 November 1924. Ruim 1 ½ jaar na de geboorte van Abraham, besloot de familie Wagenaar van Frankfurt terug te keren naar Amsterdam, waar zij vanaf Augustus 1926 tot Februari 1931 woonden in de Blasiusstraat 32 1e etage.
Maar op 30 December 1930 overleed op 37-jarige leeftijd Alexander Wagenaar. Hij werd de volgende dag, op 1 Januari 1931 begraven op de Joodse Begraafplaats in Muiderberg. Enkele weken later verhuisde de nu weduwe geworden Ella Helena Dzialoszynski met haar 3 kinderen naar de Hemonylaan 45 I.
Kort daarop, op 10 Maart 1931, heeft zij haar zoontjes Lion Mordechai en Abraham, respectievelijk 11 en 6 jaar oud, ondergebracht in het Nederlands Israëlitisch Jongens weeshuis Megadlé Jethomiem. Daar hebben de beide jongens hun jonge jaren en jeugd tot aan hun 18e doorgebracht.
Lion Mordechai kwam in 1938 al weer wonen bij zijn moeder en zus Berta, die inmiddels vanaf Augustus 1938 in de Zomerdijkstraat 25 1e etage woonden. Abraham werd nog door de Joodse Raad in 1941 geregistreerd op het adres Amstel 21, maar in 1942, toen ook hij het Joods Jongens Weeshuis had verlaten, werd dat gewijzigd in Zomerdijkstraat 25 1-hoog en kwam Abraham weer “thuis” wonen.
Haar dochter Berta Helena kreeg op 17 Juli 1942 een functie bij de Joodse Raad als jeugleidster bij de afdeling buitenschoolse jeugdzorg in de Plantage Parklaan 9. Officieel was Berta niet “gesperrt” maar bezat wél een legitimatie van de Joodse Raad met nr. 2354-jeugdleidster.
Niet zeker is het, of de functie van haar dochter als lid van het gezin Wagenaar, van invloed is geweest op uitstel van deportaties. Voor Abraham gold in elk geval dat hij op 20 Juli 1942 “zurückgestelt” geworden is van deportatie door de Joodse Raad en niet al in Juli of Augustus voor de z.g. “Arbeitseinsatz” werd opgeroepen.. Op de registratiekaarten van moeder Ella Helena is dienaangaand niets vermeld.
Uiteindelijk werd Ella Helena Wagenaar-Dzialoszynski samen met haar zoon Abraham op 20 Juni 1943 gearresteerd tijdens de grote en de door de Duitsers in het geheim voorbereidde razzia en afgevoerd naar Westerbork. Ella Helena kwam terecht in barak 65 en Abraham in 62.
Ella deed vervolgens verwoede pogingen om met haar zoon Abraham vrijgesteld te worden van deportatie en op de Palestina-lijst te komen. Die pogingen resulteerden in eindeloze correspondentie tussen 22 Juni tot 13 September 1943, en leidden uiteindelijk tot niets.
Vervolgens blijkt dat Ella Helena Dzialoszynski samen met haar zoon Abraham al op 10 Juli waren doorgestuurd naar het concentratiekamp Vught, vanwaar zij beiden op 15 November 1943 in een rechtstreeks transport vanuit Vught naar Auschwitz werden gedeporteerd. Na aankomst aldaar volgde een 6-weekse “quarantaine” waarin al velen omkwamen door tyfus, dysenterie of andere ziekten. Mannen die geschikt waren bevonden werden geselecteerd voor de kolenmijnen van Janina, Jawischowitz en Fürstengrube.
Voor de transporten van deze periode geldt de algemene regel, dat jonge kinderen (tot 15 jaar), moeders met kinderen, zwangere vrouwen, alsmede zwakke, zieke en oudere personen (in de regel boven ±50 jaar), hetzij terstond bij aankomst, hetzij na verblijf van enkele weken in z.g. "quarantaine", door vergassing om het leven werden gebracht. En in Januari 1944 volgden weer selecties waarbij enkele vrouwen daarna alsnog tewerkgesteld werden in Auschwitz-Birkenau.
Met betrekking tot het lot van de mannen, vrouwen en kinderen werden uit naoorlogse onderzoeken van het Rode Kruis uiteindelijk conclusies getrokken, die door de Nederlandse Autoriteiten zijn overgenomen en waarop de gemeentes aktes van overlijden hebben moeten opstellen op aangeven van het Ministerie van Justitie.
Voor vrouwen en kinderen luidde de conclusie dat alle tot het transport van 15 November 1943 behorend hebbende vrouwen en kinderen worden, tenzij individueel anders bekend is, geacht te zijn overleden te Auschwitz-Birkenau niet eerder dan 1 Januari 1944 en uiterlijk 31 Januari 1944.
En voor mannen die niet naar de kolenmijnen werden gestuurd luidde een conclusie: Alle andere tot het transport van 15 November 1943 behoord hebbende mannen worden, tenzij individueel anders bekend is, geacht te zijn overleden te Auschwitz-Birkenau, niet eerder dan 1 Januari 1944 en uiterlijk 31 Januari 1944.
Zie ook: Méér over het transport van 15 November 1943 van Vught naar Auschwitz.
Op grond van het bovenstaande is door de Gemeente Amsterdam een akte van overlijden opgemaakt, waarin is vastgesteld dat Ella Helena Wagenaar-Dzialosinsky op 31 Januari 1944 in de omgeving van Auschwitz is overleden.
Bronnen o.a het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaarten van Alexander Wagenaar; archiefkaart van Ella Helena Dzialoszynski; website genealogie online.nl; het archief van de4 Joodse Raad, registratiekaarten van Ella Helena Wagenaar-Dzialoszynski; website joodsamsterdam.nl/Megadlé Jethomiem; Amsterdam woningkaarten met Wagenaar/Hemonystraat 45, Meerhuizenplein 14 en Zomerdijkstraat 25; archieven van het Rode Kruis/Publicatie Auschwitz IV van October 1953/deportatietransporten in 1943/ transpoort 15 November 1943; website Jodentransporten vanuit Nederland.nl en de akte van overlijden nr. 233 uit het A-register 84-folio 40 van 24 Augustus 1951, opgemaakt te Amsterdam voor Ella Helena Dzialoszynski.