Verhaal

Méér over het transport van 16 November 1943 Westerbork -> Auschwitz.

Uit de Publicatie Auschwitz deel IV - door het Nederlandse Rode Kruis - October 1953

Deportatieperioden in 1943 

Buiten de "Sobibor-periode" (2 Maart t/m 20 Juli 1943), zijn in 1943 twee deportatie-perioden te onderscheiden, n.l. de periode van 11 Januari t/m 2 Februari 1943, waarin rechtstreeks naar Auschwitz 9 transporten zijn vertrokken, t.w. 8 uit Westerbork en 1 uit Apeldoorn (kortheidshalve te noemen "Voorjaarstransporten 1943"), en de periode van 24 Augustus t/m 16 November 1943, waarin rechtstreeks naar Auschwitz 8 transporten zijn vertrokken, n.l.  7 uit Westerbork en 1 uit Vught (kortweg te noemen "Najaarstransporten 1943").

Van de 8 deportatie-transporten, die in deze periode uit Nederland zijn vertrokken, hebben sommige eenzelfde lot ondergaan. In verband hiermede kan voor de behandeling van het transport van 16 November 1943 worden gesteld, dat na selectie bij  aankomst de voor arbeid geschikt geachte mannen 4 weken in "quarantaine" werden gehouden om daarna voor het merendeel te worden tewerkgesteld in de kolenmijnen van Janina en Fürstengrube of voor werk in de omgeving van Auschwitz-Birkenau, terwijl heel enkele de selectie overleefd hebbende vrouwen eveneens voor arbeid in Auschwitz-Birkenau werden aangewezen.

De 8 najaarstransporten telden ieder om en bij de 1000 personen en vertonen onderling, met uitzondering van het Vught-transport van 15.11.1943, ook wat hun globale samenstelling betreft, betrekkelijk weinig verschil. Het transport van 16 November bestond uit 166 kinderen t/m 15 jaar; 281 mannen van 16 en 50 jaar; 291 vrouwen van 16-50 jaar en 257 personen boven de 50 jaar. Totaal 995 personen, waarvan uiteindelijk 16 mannen en 0 vrouwen van dit transport hebben overleefd.

Ook voor deze 8 najaarstransporten geldt de algemene regel, dat jonge kinderen (tot 15 jaar), moeders met kinderen, zwangere vrouwen, alsmede zwakke, zieke en oudere personen (in de regel boven ± 50 jaar) hetzij terstond bij aankomst, hetzij na verblijf van enkele weken in z.g. "quarantaine", door vergassing om het leven werden gebracht.

Het Transport van 16 November 1943

  1. Mannen

Bij aankomst van het transport te Auschwitz had terstond een selectie plaats, waarbij volgens getuigenverklaringen 200 à 300 man (de meest exacte opgaven spreken van 260 en 275 man) voor tewerkstelling werden uitgezocht. Deze cijfers stemmen overeen met het totaal aantal gematriculeerden volgens het gereconstrueerde fragment van de nummer-serie, dat loopt van 163804 (B) t/m 164068 (W) en dus 265 geselecteerden omvat.

De bij de selectie in acht genomen leeftijdsgrenzen worden verschillend opgegeven, n.l. "tot 50 jaar" en "tussen 16 en 40 jaar'", terwijl de leeftijden der 24 bekende geselecteerden variëren van 16 t /m 43 jaar. Blijkens de transportlijst bedroeg het aantal mannen in de leeftijdsgroep van 16-50 jaar: 281  van 16-45 jaar: 250  -  en van 16-40 jaar: 208. Aangezien het cijfer van 281 het dichtst ligt bij het aantal geselecteerden volgens de getuigenverklaringen en ook bij de bekende nummer-serie, kan worden vastgesteld, dat de selectiegrens moet hebben gelopen van 16-50 jaar.

De verklaringen omtrent de verdere lotgevallen der geselecteerden lopen nogal uiteen. Vast staat alleen, dat zij allen eerst ongeveer 4 weken in "quarantaine" zijn gehouden (gedurende welke tijd slechts 2 of 3 mannen zijn overleden), en dat daarna een indeling in arbeidsgroepen heeft plaats gehad, waarbij contingenten zijn gezonden naar Janina en Fürstengrube, en een ander gedeelte in Auschwitz/Birkenau is tewerkgesteld. Behoudens voor zover uit getuigenverklaringen of officiële documenten individueel iets blijkt omtrent het lot van de betrokkenen, is van de afzonderlijke groepen niet na te gaan wie daarbij waren ingedeeld. Zelfs is de sterkte dier afzonderlijke groepen bij benadering niet te bepalen, omdat de schattingen dienaangaande te ver uiteen lopen.

De gemiddelde levensduur zal echter niet afwijken van die der tewerkgestelden van het elders al behandelde transport van 15 November 1943, aangezien de betrokkenen onder gelijke omstandigheden in dezelfde kampen hebben verbleven. In verband hiermede ware ook voor het onderhavige transport te concluderen, dat de geselecteerde mannen, behoudens individuele vaststellingen, uiterlijk 31 Maart 1944 waren overleden. Als plaats van overlijden kan, in verband met het vorenstaande, slechts worden aangegeven: in of in de omgeving van Auschwitz, dan wel in de kampen Janina en Fürstengrube.

  1. Vrouwen

Van de vrouwen van het onderhavige transport is niemand teruggekeerd. Volgens verklaringen van de mannen zouden slechts heel enkele vrouwen (de één spreekt van 3 of 4, een ander van hoogstens 10) de selecties hebben overleefd. Vrouwelijke overlevenden van het transport van 15 November 1943 verklaren, dat alle vrouwen van het 16 November 1943-transport terstond naar het "crematorium-blok" werden gebracht en daarna werden vergast.

In verband hiermede ware te concluderen, dat alle vrouwen en ook de kinderen van dit transport, tenzij individueel anders blijkt, op of omstreeks de dag na die van hun aankomst te Auschwitz, dus op 19 November 1943, door vergassing om het leven zijn gebracht.

Samenvatting van de conclusies van het transport van 16 November 1943 vanuit Westerbork

Mannen

l e . Alle tot neven vermeld transport behoord hebbende mannen, die op de dag na hun aankomst te Auschwitz (dus op 19 Nov.'43) de leeftijd van 16 jaar hadden bereikt, doch nog  geen 51 jaar waren, worden, tenzij individueel anders bekend is, geacht te zijn overleden in of in de omgeving van Auschwitz/Birkenau, dan wel in het mijnengebied van Janina en Fürstengrube, niet eerder dan 7 December 1943 en uiterlijk 31 Maart 1944.

2e. Alle andere tot neven vermeld transport behoord hebbende mannen worden, tenzij individueel anders bekend is, geacht te zijn overleden te Birkenau op of omstreeks 19 November 1943.

Vrouwen en kinderen

Alle tot neven vermeld transport behoord hebbende vrouwen en kinderen worden, tenzij individueel anders bekend is, geacht te zijn overleden te Birkenau op of omstreeks 19 November 1943.

Bron: verkorte weergave uit de Publicatie “Auschwitz deel 4, Deportatietransporten in 1943, uitgegeven door het Nederlandse Rode Kruis in October 1953. Najaarstransporten, pagina 5 e.v.; hoofdstuk III, pagina’s 43, 44, 45 sub 3; blz. 61 e.v. en Bijlage II, v.a. blz. 65.

Alle rechten voorbehouden