Carolina Francken, een dochter van Mozes Francken en Elisabeth Sanders, was geboren in Venlo op 18 December 1918. In eerste echt was zijn gehuwd met de slager Hyronimus Koster, geboren 19 December 1882 te Amsterdam, maar van wie zij op 19 September 1935 in Venlo is gescheiden. Uit dit huwelijk is één kind geboren, t.w. Clara Elisabeth Koster, (roepnaam Claartje). Zij heeft de oorlog overleefd en is in 1950 getrouwd. Haar vader werd op 8 October 1942 in Auschwitz vermoord.
Haar moeder heeft de oorlog eveneens overleefd en na de oorlog, op 31 December 1947 trouwde Carolina Francken in Haarlem opnieuw, nu met Salomon Dekker (roepnaam Leo), een zoon van Levie Abraham Dekker en Rebecca van Vliet. Hij was geboren op 16 Februari 1879 in Amsterdam, trouwde op 10 Augustus 1911 in Amsterdam met de uit St. Louis (gelegen in de zuidelijke Elzas in Frankrijk, grenzend aan Basel) afkomstige Celina Rueff, een dochter van Leopold Rueff en Juli Levy. Celina was geboren op 11 Juli 1882 en was de 5e van de 7 kinderen in het gezin Rueff, wat sinds 1916 in Basel woonde.
Het ging niet goed met de gezondheid van Celina Rueff. Uit archieven blijkt dat sinds Celine is opgenomen in het Apeldoornse Bos in Apeldoorn op 15-4-1933 en per 17-4-1934 is overgeplaatst naar het Provinciaal Psychiatrisch ziekenhuis Meer-en-Berg in Santpoort, zij nooit meer in haar eigen toenmalige woning in Amsterdam is teruggekeerd.
Celina Dekker-Rueff (1882-1943) was een van de patiënten die zijn geëvacueerd vanuit Santpoort. Ze kwam op 15 januari 1943 aan in het Groot Graffel in Warsnveld. Op 8 april 1943 werd ze 'niet hersteld ontslagen' uit de instelling in Warnsveld en overgebracht naar het 'Israëlitisch Noodziekenhuis' in Zutphen, van waaruit ze in de nacht van 9 op 10 april 1943 werd afgevoerd naar Westerbork. Op 13 april 1943 werd Celina met het zevende transport afgevoerd naar Sobibór.
Op 9 April 1943 belandde zij in Westerbork, op 13 April gedeporteerd naar Sobibor en op 16 April 1943 in Sobibor bij aankomst aldaar vermoord.
Salomon Dekker was inmiddels al in 1934 verhuisd vanuit Amsterdam naar Haarlem, waar hij een winkel in heren-confectie had, gevestigd in de Anegang. Op 21 December 1942 werd er op zijn Persoonskaart "V.O.W." genoteerd, hetgeen betekende "Vertrokken Onbekend Waarheen", hetgeen doorgaans "onderduik betekende". Hij overleefde de oorlog.
Na de oorlog woonde hij in Juli 1945 op de Middenweg 123 in Haarlem en trouwde in 1947 met Carolina Francken. Zij woonden in Haarlem verder nog in Juni 1948 Generaal Bothastraat 130, op 13 April 1961 op huisnummer 97, op 31 Januari 1962 aan de Kleverparkweg 689 en op 19 Maart 1962 opnieuw in de Generaal Bothastraat 97.
Salomon Dekker overleed in Haarlem op 28 Juli 1962 en werd daar op de Joodse Begraafplaats aan de Amsterdamsevaart begraven. Zijn vrouw Carolina Francken overleed eveneens in Haarlem op 24 Juni 1975 en werd ook op de Joodse Begraafplaats aan de Amterdamsevaart in Haarlem Begraven.
Bronnen o.a. het Centraal Bureau voor Genealogie/persoonskaart van Salomon Dekker; website stenenarchief.nl/ graf Carolina Dekker-Francken/record 14659; website wiewaswie.nl, website openarchieven.nl; en informatie uit eigen familiekring van ondergetekende.