Verhaal

Ondergedoken in een pension in de Emmastraat

Door: Simcha

In de middag van 9 maart 1943 deed de Arnhemse politie een inval in een pension op het adres Emmastraat 62 in de Gelders hoofdstad. Daarbij werden elf Joden aangehouden die zich daar hadden verscholen. Twee onderduikers deden een tevergeefse vluchtpoging. De eigenaar Johannes Gerardus van 't Hul wist wel te ontkomen, maar in zijn plaats werd zijn 16-jarige zoon meegenomen. Een dag later werd deze alsnog vrijgelaten toen Van 't Hul alsnog in de handen van de politie viel. Hij zat een jaar vast in Kamp Vught, maar overleefde de oorlog. Alle Joodse onderduikers stierven kort na hun arrestatie in de gaskamers van Sobibor.

De gearresteerde personen waren: Mozes van Buuren (1874) en Sara van Buuren-Haas (1872), Louis Koppel (1872) en zijn vrouw Betje Koppel-Moses (1870), Isaäc Koster (1889) en diens echtgenoot Aaltje Koster-Leeuwin (1894), Markus Beem (1902) en Anna Beem-Cohen (1910) en haar moeder Betje Cohen-Mullem (1886) en Regina Koppel-Rosenboom (1901) en haar dochter Josina (1930). Allen woonden in Arnhem.

Op de website van Joods Monument Arnhem staat een uitgebreider verhaal over de arrestatie.