Meijer Tas was een zoon van Levie Tas en Betje Slier. Hij werd geboren op 27 Januari 1896 in Amsterdam en hij begon zijn loopbaan als reiziger. Later was hij grossier in manufacturen. Tevens was Meijer ook actief als pastoraal werker. Voordat hij getrouwd was, woonde hij met broers en zuster thuis bij zijn ouders op de Tugelaweg 25 1e etage in Amsterdam-Oost.
Op 15 Februari 1928 trad Levie in Amsterdam in het huwelijk met Sara Hirschel, een dochter van Saul Hirschel en Schoontje Mesrits. Zij was geboren in Amsterdam op 22 Mei 1900. Het echtpaar betrok toen een woning in de Burmanstraat 11 1e etage, een zijstraat van de Weesperzijde. Op 20 April 1929 werd daar hun eerste kind geboren, Jochebed Betty, gevolgd door Sonja Lea op 12 December 1933 en op 5 Februari 1941 werd nog hun zoon Louis Tas geboren.
Al een jaar later werd het gezin van Meijer Tas van huis opgehaald en overgebracht naar de Hollandsche Schouwburg en van daar in de nacht van 11 op 12 November 1942 weggevoerd naar Westerbork, waar het op de 12e werd geregistreerd. Op 16 November werden Meijer Tas, zijn vrouw Sara Hirschel en hun kinderen Jochebed Betty, Sonja Lea en Louis op transport gesteld naar Auschwitz.
Het transport omvatte totaal 761 gedeporteerden, waarvan tijdens een tussenstop in Cosel, gelegen ±80 km westelijk van Auschwitz, 100 jongens en mannen tussen 15 en 50 jaar gedwongen werden de trein te verlaten. Zij werden als dwangarbeiders tewerkgesteld in de omliggende werkkampen in Opper Silezië.
Degenen die in de trein achterbleven, werden doorgestuurd naar Auschwitz om daar bij aankomst te worden vermoord in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau. Dat was ook het lot van Sara Tas-Hirschel en haar kinderen Jochebed Betty, Sara Lea en de 21 maanden oude Louis Tas. Zij werden direct na aankomst op 19 November 1942 vergast.
Meijer Tas behoorde echter tot de groep van 100 jongens en mannen die in Cosel uit de trein werden gehaald. Mede onder verwijzing naar het onderzoek van het Rode Kruis over de Cosel transporten, waaronder ook het transport van 16 November 1942, blijkt dat van de 100 mannen die vanuit Cosel in het werrkkamp St. Annaberg zijn aangekomen, op 22 November een groep vanuit St. Annaberg werd doorgestuurd naar het ressort Gross Rosen.
Het concentratiekamp Gross Rosen had op den duur meer dan 60 buitenkampen (Aussenlager), waarvan het Extern Kommando Ludwigsdorf er één was. Dáár is Meijer Tas uiteindelijk terecht gekomen en op 24 Maart 1943 om het leven gekomen.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Levie Tas, archiefkaarten van Meijer Tas, Sara Hirschel en de kinderen Jochebed Betty, Lea Sonja en Louis Tas; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Meijer Tas, Sara Tas-Hirshel en Jochebed Betty, Sonja Lea en Louis Tas; het archief van het Rode Kruis, transportlijst nr. 2 van 11/12 November 1942 Amsterdam Schouwburg naar Westerbork/ nrs. 73-74-75 en 76 (het gezin Meijer Tas); Woningkaart Amsterdam/Burmanstraat 11 1e etage en de website Jodentransporten vanuit Nederland.nl/transport 16 November 1942.