Biografie

Over Jogeva van Praag en haar man Gerrit (Gerard) van Praag.

dochtertje Elsje Sonja (28 November 1942), overleefde de oorlog

Jogeva van Praag was de dochter van Hijman van Praag en Elsje Oudkerk. Zij was op 6 September 1913 in de Keizerstraat 76  te Den Helder geboren, waar haar ouders met haar oudere broer Gerrit woonden. Gerrit was geboren in Juni 1910. Niet lang daarvoor, in April 1910 waren zijn ouders in den Helder gehuwd, woonden op de Spoorgracht maar verhuisden al heel snel naar de Keizerstraat. Daar werd in 1915 óók nog een broer van Jogeva geboren: Emanuel.

Op 24 Augustus 1937 trouwde Jogeva van Praag in Den Helder met haar volle neef Gerrit van Praag, ook Gerard genoemd, en geboren was op 21 September 1909 in Velsen. Hij was een zoon van de Helderse winkelier en manufacturier Meijer van Praag en Sara Frank. Voor zijn huwelijk werkte Gerrit als magazijnbediende, onder meer in Rotterdam, waar hij van 20 Januari 1930 tot 21 April 1932 inwoonde in de Hoogstraat 176a en in de Van der Werffstraat 67. Daarna vertrok hij naar Schaarbeek in België.    

Gerrit had op 6 Maart 1937 een Herenmodezaak aan de Kanaalstraat 63 in IJmuiden geopend. "20% goedkoper", was zijn slogan. (bron: oorlogsslachtoffers IJmond). Na de huwelijkssluiting gingen Gerrit en Jogeva daar ook wonen. Jogeva en Gerrit kregen twee kinderen:  de eerste was Martijn Herman, die geboren werd op 9 November 1941 in Velsen maar die 4 dagen later, op 13 November, overleed. Daarna, op 28 November 1942 kregen zij een dochter, Elsje Sonja die in Amsterdam werd geboren en die de Holocaust heeft overleefd. (lees meer over Elsje Sonja van Praag, de laatste alinea)

Na het overlijden van hun eerste kind, werden Jogeva en Gerrit geconfronteerd met het moeten verhuizen. Op basis van een Duitse verordening  moesten alle Joden uit de provincies naar Amsterdam. Zij kwamen toen beiden terecht in de Breughelstraat 4 huis in Amsterdam-Zuid. Daar kwam op 23 December 1943 óók Gerrits’ vader, Meijer van Praag wonen en op dat adres werden zijzelf ten tijde van de verplichte registratie van alle Joden in Nederland bij de Joodse Raad, óók geregistreerd.

Gerrit van Praag was door de Joodse Raad “gesperrt wegens functie” Zijn vrouw Jogeva en hun dochter Elsje waren daardoor óók (voorlopig) vrijgesteld van deportatie. Gerrit was Medewerker afdeling Evacuatie en Tewerkstelling in Duitsland bij de Joodse Raad op de Nieuwe Keizersgracht 58. Hem was daartoe een legitimatie verstrekt met nr. JR 645-Evacuator en Leider Tewerkstelling Duitsland. Een notitie op Gerrit’s registratiekaart van de Joodse Raad geeft aan dat hij ook nog hoofd van de lagere school in de Cliffordstraat in Amsterdam was. Die school was door de Duitsers in 1941 aangewezen als Joodse School nr. 14.

Toeval of niet, maar op 1 October 1942 werden Gerrit van Praag en zijn zwager Emanuel van Praag gearresteerd, samen nog met ene Isak Grunwald die in Den Helder geboren was maar ook in Amsterdam woonde. Zij werden in “bewaring genomen” in Bureau 11, beter bekend als Bureau Joodsche Zaken, ter voorgeleiding bij de S.D. Niet onmogelijk is dat Gerrit plannen gemaakt had om te gaan onderduiken, gezien een notitie op zijn Joodse Raadkaart die daarop duidt, maar mogelijk door verraad gearresteerd.

Na enige tijd werden zowel Gerrit als zijn zwager Emanuel vanuit Amsterdam naar Kamp Amersfoort gezonden, vanwaar zij in een groep van 30 Joodse gevangenen op 23 December 1942 naar Westerbork doorgestuurd werden. Daar werd Emanuel opgenomen in de ziekenbarak 82, maar na “genezing” ingesloten in de strafbarak 66. Hij werd al op 29 Januari 1943 naar Auschwitz gedeporteerd. Zijn precieze overlijdensdatum en plaats kon niet worden vastgesteld waardoor de Rechtbank van Alkmaar zijn overlijdensdatum middels een beschikking heeft vastgesteld als “tussen 29 Januari 1943 en Mei 1945”.  

Van Gerrit van Praag zijn geen verdere aanwijzingen of notities gevonden op zijn Joodse Raadkaart, die zouden kunnen duiden wat er met hem na aankomst in Westerbork is gebeurd en waar hij was ondergebracht tot aan zijn deportatie. Hij werd op 17 Maart 1943 vanuit Westerbork op transport gesteld naar het vernietigingskamp Sobibor en bij aankomst aldaar op 20 Maart 1943 in de gaskamers vermoord.

Gerrit’s vrouw Jogeva van Praag is na de arrestatie van haar man nog verhuisd naar de Jekerstraat 74 huis, waar haar ongehuwde zwager Gerrit van Praag (geb.1910) inwoonde bij  Isaac Nabarro. Jogeva werkte als medewerker hulpdienst van de afdeling Huisverzorging van de Joodse Raad. Maar ook zij werd op 24 Mei 1943 opgepakt en afgevoerd naar Westerbork, waar zij haar deportatie moest afwachten in barak 64. Die volgde op 1 Juni naar Sobibor, waar zij na aankomst op 4 Juni 1943 in de gaskamers werd vermoord.

Bronnen o.a. het Regionaal Archief Alkmaar/den Helder/Bevolkingsregister met Hijman v Praag en Meijer van Praag; website openarchieven.nl/huwelijksakte Gerrit van Praag x Jogeva van Praag; het Amsterdams Stadsarchief/politieregister van 1 Oct. 1942 met G. v. Praag, E. v. Praag e.a.; informatie van voormalig Kamp Amersfoort; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Gerrit van Praag, Jogeva van Praag-van Praag en Elsje Sonja van Praag; overlijdensakte 297 d.d. 9-12-1949 voor Gerrit van Praag, opgemaakt te Velsen en de Wikipedia website Jodentransporten vanuit Nederland.nl.

 

Alle rechten voorbehouden