Marcus Pels werd geboren op 3 februari 1906 in Amsterdam in de Nieuwe Kerkstraat 33 II. Er waren al een ouder broertje en zusje en drie jaar na Marcus kwam er nog een zusje bij. Het gezin was toen inmiddels overgestoken naar Nieuwe Kerkstraat 50 I. Vader Pels had een zaak in bakkerijbenodigdheden en had een licentie om de naam "Rijksdepôt van ijszout" te voeren. Er was een vestiging in de Vrolikstraat en later ook in de Nieuwe Kerkstraat aan huis.
Toen zijn vader in 1935 onverwacht overleed, nam Marcus het bedrijf over. Hij was eerder dat jaar getrouwd met Hendrika (kortweg Rika) Brandon getrouwd. Het nieuwe echtpaar betrok in 1938 een bel-etage met souterrain aan de Nieuwe Kerkstraat 108. Daar liet Marcus op het onderstuk van de gevel de tekst schilderen: Grossier in alle IJS-benoodigdheden, zijn naam in kleinere letters erboven: M. Pels, met zijn telefoonnummer 55058 aan beide zijden ernaast. In 1938 werd een dochter geboren: Khate Phylie, kortweg Keetje. Toen Marcus ook de licentie van zijn vader kreeg toegekend, liet hij dat op de gevel erbij schilderen: Rijksdepôt van IJszout.
De oorlog brak uit en de Duitse bezetter zette vrijwel meteen een nieuwe bedrijfsleider in alle Joodse bedrijven. Op die manier raakte ook Marcus Pels zijn onderneming kwijt. Zijn naam werd van de gevel gewist, later de hele gevelreclame. Marcus probeerde zich nog nuttig te maken als tuinman in het Nieuw Israëlitisch Ziekenhuis aan de Nieuwe Keizersgracht 110. In de zomer van 1941 werd zoon Philip Marcus geboren. Al vrij snel daarna werd het de familie Pels te heet onder de voeten en brachten zij hun kinderen Keetje en Philip via het verzet onder bij pleegouders. Zelf doken ze daarna ook onder in Utrecht. Bij de dreiging van razzia's in die stad, keerden ze in onderduik terug naar Amsterdam. Daar werden ze in de lente van 1944 verraden. Marcus en Rika werden via Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd waar Marcus direct na aankomst op 21 mei 1944 is vergast. Zijn vrouw Rika ontsnapte aan dat lot en kwam wonderwel, na een reis langs vele concentratiekampen, eind juni 1945 terug in Amsterdam. Ze vond haar kinderen Keetje en Philip terug in Spekholzerheide bij Kerkrade.
Rika hertrouwde met een vriend van Marcus, Michel Engelschman, toen duidelijk was geworden dat Marcus niet meer in leven was. In 1952 emigreerde het gezin naar Canada. In 2019 werd de teruggevonden gevelreclame gerestaureerd door de Werkgroep Historische Gevelreclames Amsterdam en had een kleindochter van Marcus Pels de eer om de eerste letters van de naam van haar grootvader in te schilderen.
Bron: namenennummers.nl