De Hoofdcommissaris van politie te Utrecht verzocht opsporing, aanhouding en voorgeleiding van Philip Vorst, 'van joodschen bloede', kleermaker, wonende aan de Mariaplaats 46bis te Utrecht. Hij werd ervan verdacht van woonplaats te zijn veranderd zonder daartoe de vereiste vergunning te hebben. Met deze omschrijving werden joden aangeduid die waren ondergedoken. Het signalement luidde: 'Lang 1.73 …