Verhaal

Huisnummermarkering uit oorlogstijd?

Op sommige plaatsen in Amsterdam zijn markeringen te zien die volgens overlevering gebruikt werden om aan te geven waar joodse gezinnen woonden. Er is weinig tot niets bekend over deze praktijk, dus het is onzeker of de nummers dienden om slachtoffers van razzia's nog efficienter te kunnen opsporen

Een buurtbewoner mailde: Vanmiddag heb ik nog snel, voordat de stucadoor het wegpleistert, een foto gemaakt van de achtergevel van GRENSSTRAAT 7, waar nog één van de allerlaatste herinneringen aan de razzia's in de Weesperzijdestrook te zien is. Het cijfer: 7. Zoals die cijfers, de overeenkomstige huisnummers, overal tijdens de bezetting -verplicht als een Jodenster- op de achtergevels gekalkt werden, om tijdens een razzia, vanuit de binnentuin of vanuit de tegenoverliggende huizen, te kunnen zien uit -of in- welk huis aan de overkant eventuele vluchtpogingen gedaan werden.

Toevallig staat er een artikel van Paul Arnoldussen in HET PAROOL van maandag 23 april 2012, over die geschilderde nummers op voor- en achtergevel. Dit keer naar aanleiding van de website 'spoorzoeken in de rivierenbuurt' waar eveneens sprake is van de veronderstelling dat deze nummers in de oorlog werden gebruikt om razzia's te vergemakkelijken, maar dat die veronderstelling wordt 'betwijfeld', omdat het waarschijnerlijker lijkt -hoewel nergens gestaafd door officiële bronnen- dat de grote witte huisnummers op de gevels -tijdens en vlakvoor de oorlog- konden worden gebruikt bij het toezicht door 'het blokhoofd' bij de handhaving van de 'verduisterings'-verordeningen. Zo kon hij in één oogopslag zien uit welke woningen des avonds nog licht kierde. In het artikel in HET PAROOL is daarentegen weer sprake van 'eigen initiatief' door de buurt, om des avonds huizen te kunnen vinden. Hoe het ook zij: het zijn monumenten en herinneringen aan de oorlogstijd. In de Rivierenbuurt heeft men zelfs het initiatief genomen enkele nummers te bewaren achter glas.

Alle rechten voorbehouden

Media bestand