Verhaal

Ella Betty Polak

Ella Betty Polak was ondergedoken op een adres in Rotterdam, waar ze volgens de overlevering 'haar helpers terroriseerde en dreigde de SD een lijst met namen van verzetsmensen in handen te spelen als ze haar niet beter zouden behandelen'.
Tot dusver had Ella al op diverse adressen gezeten en de Haagse verzetsgroep wist niet meer wat ze met haar aan moesten, zodat ze ten einde raad hadden besloten haar te elimineren. De commandant van de Haagse groep vroeg een ander lid van de groep of hij hem hierbij wilde helpen. Deze man bleek een infiltrant te zijn en was in werkelijkheid de Haagse jodenjager Cornelis Leemhuis.
Leemhuis zei een adres voor Ella Betty Polak te hebben in Hilversum en haalde haar diezelfde avond nog in Rotterdam op. Hij vertelde haar dat ze als huishoudster bij een rijke oude man zou gaan werken. Inplaats daarvan bracht hij haar naar het politiebureau in Den Haag, waar haar koffer uitgebreid werd doorzocht voor de lijst met namen van verzetsmensen (die overigens niet werd aangetroffen). Volgens Leemhuis bood Ella Polak aan om als informante voor de SD te gaan werken, maar dit aanbod werd afgewezen. De volgende dag werd ze op transport gezet naar Westerbork.

Bron: 'Vogelvrij. De jacht op de joodse onderduiker', Sytze van der Zee, Amsterdam 2010.