Mijn ouders (niet joods) en broer woonden (zomer 1943) aan de Varenweg in Amsterdam Noord. Mijn moeder was zwanger van mij. Een verdwaalde geallieerde bom trof hun huis. Het was op een zondag, nooit waren zij weg. Juist dat weekend bezochten zij familie elders in Noord-Holland. Van het huis stond weinig overeind, alles kapot, inboedel, meubels, de piano, alles. Ongelooflijk is dat een doos met kerstspullen, die onder de trap had gelegen, gaaf uit de puinhoop tevoorschijn kwam. Een nieuw huis werd gevonden in de Eemsstraat 15 huis, waar de joodse bewoners waren afgevoerd. Bij binnenkomst van het verder lege woning werd in de gang een piano aangetroffen. Mijn vader vertelde mij later - niets is een mens vreemd - dat hij toenmaals hoopte dat die was vergeten mee te nemen. De tweede dag van bewoning werd de piano alsnog opgehaald. Aan de omgeving moest de oorzaak van de verhuizing duidelijk worden gemaakt; betrekken van een woning waar de joodse bewoners waren afgevoerd was per definitie verdacht. In december 1943 werd ik geboren en heb 20 jaar gelukkig gewoond in de kleine driekamerwoning.
Verhaal
Geallieerde bom in Noord
Hoe ik in de Eemsstraat terecht kwam
De Fokkerfabriek in Amsterdam Noord werd gebombardeerd. Een verdwaalde bom trof het huis van mijn ouders die niet thuis waren. Er moest een vervangend huis worden gezocht. Die waren - ten gevolge van ontruimingen (sic) – te betrekken.