Onderstaand verhaal is geschreven door Titia Koerten. Zij is redactie-secretaris van De Eilander.
Soms kom je bij toeval een snippertje informatie tegen over een persoon die
je nieuwsgierigheid opwekt. Iemand bij wie je denkt: wat was dat voor iemand?
Ga je verder zoeken dan komen er steeds meer verrassingen: leuke, maar ook pijnlijke.
Toen ik in 2008 voor de tentoonstelling 350 jaar geschiedenis van de Oostelijke Eilanden het Kees Spits-archief raadpleegde, vond ik een programmaboekje uit
1940 van een toneelvereniging uit de Czaar Peterbuurt. Het stond helemaal
vol met advertenties van winkels uit de buurt waarmee het drukken van het
boekje blijkbaar werd gesponsord. Ook Salomon Kroonenberg, handelaar in
lompen en tweedehands spullen op de Conradstraat 94, had een advertentie laten
zetten. De zin waarmee hij zichzelf en zijn diensten aanprees trok mijn aandacht:
“Penalty, Free-Kick, uw koopman blijf ik”. Dit moest wel een enorme voetbalfan
zijn geweest.
Geweest inderdaad, want toen ik zijn naam op Google intikte kwam ik rechtstreeks
uit bij het Joods Digitaal Monument. Hoe meer ik zocht in het archief hoe meer informatie ik tegenkwam over de familie Kroonenberg. Zo was een zoon
van Salomon Kroonenberg, Abraham, in de jaren zestig geïnterviewd door Wim de
Haan. Deze interviews waren in het Kees Spits-archief terechtgekomen. Dit archief
was trouwens eigendom van het Wijkcentrum Oostelijke Binnenstad en is in 2004 geschonken aan het Stadsarchief.
Salomon Kroonenberg moet in de buurt een bekend gezicht zijn geweest.
Als je iets wat nog waarde had wilde verkopen dan kon je altijd bij hem terecht.
Volgens zoon Abraham kocht zijn vader alles op wat voorhanden was. Het was uiteraard belangrijk om zo weinig mogelijk voor die spullen te betalen, anders maakte
hij verlies. Zo vond ik ook een interview met een buurtbewoonster die vertelde
dat ze een keer een kachel had willen verkopen. Salomon Kroonenberg kwam en die bood naar haar eigen zeggen een prijs waarvoor je bij wijze van spreken nog geen brood kon kopen. Ze moest toch van het ding af en ging akkoord. Kroonenberg sjouwde de kachel vervolgens naar beneden en zette hem op zijn handkar bij de andere spullen. De kachel was echter niet schoongemaakt en toen de roetklep plotseling openging, kwam het roet op de andere spullen in de handkar terecht. De buurtbewoonster, zelfs jaren later nog verbolgen over de lage opbrengst van de kachel, kon haar leedvermaak nauwelijks verbergen.
VOETBALFAMILIE
Naast voddenkoopman was Salomon Kroonenberg een fervent voetballiefhebber.
Samen met zijn twee nog thuiswonende zoons runde hij de in de Czaar Peterbuurt
opgerichte voetbalvereniging ’t Centrum. Salomon was voorzitter, zoon Machiel (Giel) was penningmeester en jongste zoon Willem was secretaris. Alle zoons Kroonenberg voetbalden. Samen met voetballende neven vormden ze het elftal Kroonenberg: een compleet voetbalelftal van spelers met de achternaam Kroonenberg. Dit elftal voetbalde in 1934 tegen het elftal Poiesz, een bekende familie van ondernemers uit Sneek. Het ging om een benefietwedstrijd voor het landelijke fonds ‘Liefdadigheid naar Vermogen’, waarvan de broer van Salomon, Joseph Kroonenberg, de voorzitter was.
Mocht de naam Joseph Kroonenberg u bekend voorkomen: inderdaad, de broer van Salomon was de directeur van het befaamde Tip Top Theater op de Jodenbreestraat
27. Omdat er in de binnenstad geen voetbalvelden waren, maakte ’t Centrum gebruik
van voetbalvelden in de Watergraafsmeer. Ze hadden daar echter eerst geen eigen clubgebouw. In het archief vond ik een handgeschreven brief waarin een oud lid van ’t Centrum vertelt hoe Giel Kroonenberg een oude schuur in Zuid-Holland op de kop had getikt en vervoer regelde om de schuur in de Watergraafsmeer te krijgen. Vervolgens hielpen alle leden mee om de schuur op te knappen en geschikt te maken als clubgebouw. Aan het eind van de brief schrijft hij “We hebben heel veel aan de familie Kroonenberg gehad.”
Toen in 1939 de mobilisatie werd afgekondigd waren er nogal wat dienstplichtige
voetballers van ’t Centrum op verschillende plekken in Nederland gestationeerd.
Willem Kroonenberg stuurde die verspreid gelegerde clubleden een soort circulaire toe met allerlei nieuws over de voetbalclub. Als je het gelezen had werd je geacht om het door te sturen aan je medeclubleden. Op deze manier bleven de leden van ’t Centrum op de hoogte van het reilen en zeilen van de club. Het idee werd blijkbaar erg origineel gevonden, want het verscheen in het blad van de voetbalbond.
VERBODEN
Joden mochten per 1 november 1941 geen lid meer zijn van sportverenigingen
waar ook niet-joden lid van waren. Voetbalvereniging ’t Centrum raakte met deze
verordening in één klap haar volledig dagelijks bestuur kwijt. In het archief kom
ik een kopie van de lidmaatschapskaart van Abraham Kroonenberg tegen. In een
keurig handschrift – waarschijnlijk dat van zijn broer Giel – is de betaalde contributie
bijgehouden. Dan in november 1941 stopt het abrupt en heeft hij er zelf onder geschreven dat hij zeer tegen zijn wil gedwongen was het lidmaatschap te
beëindigen.
Op 7 december 1942 werden Salomon Kroonenberg en zijn vrouw Keetje Gitla
Kroonenberg-Groenteman vergast in Auschwitz. Hun nog thuiswonende zoons
Willem en Machiel kwamen al op 30 september 1942 om in Auschwitz. Van de zeven
kinderen Kroonenberg die het huis al uit waren overleefden drie de oorlog, waaronder zoon Abraham (Bram).
NA DE OORLOG
Na de oorlog pakte voetbalvereniging ’t Centrum de draad weer op. In het eerste
clubblad na de oorlog staat een in memoriam voor de familie Kroonenberg:
“Mijnheer Kroonenberg, Giel, Willem en tante Keetje, we zullen u nooit vergeten”.
Voetbalvereniging ’t Centrum zou in 1955 fuseren met voetbalvereniging TDV
en in de jaren zeventig 70 nog eens met voetbalvereniging Watergraafsmeer. De
club voetbalt tegenwoordig onder de naam SV Amstelland United en heeft bekende
voetballers als Stanley Menzo en Edson Braafheid voortgebracht.