Levie woonde in hetzelfde huis als zijn tantes Betje (1881) en Saartje (1869), namelijk op de hoek van de Didamseweg en de Jhr. de Bellefroidweg te Wehl. Hij was de zoon van hun broer Abraham.
Hij dook een tijdje onder, maar werd door een landwachter gegrepen.
(Bron: Het oude volk)