Levi van de Rhoer en Bilha Goldsteen hadden twee zoons: Samuel en Johan. Ten tijde van de oorlog waren beide zoons getrouwd. Zoon Samuel woonde met zijn vrouw bij zijn ouders in huis.
Tot 1931 woonde Levi van de Rhoer met zijn vrouw in de Emmastraat 84 in Meppel. Hierna verhuisden ze naar de Woldstraat 58, waar Levi samen met zijn zoon Samuel een slagerij dreef.
Levi van de Rhoer was tevens veehandelaar en ging lange tijd per koets de boer op. In 1942 werd het hem onmogelijk gemaakt deze beroepen nog langer uit te oefenen.
In juli 1942 moest Levi van de Rhoer naar het werkkamp in Orvelte. Begin oktober kwam hij in Westerbork terecht, waar hij zijn vrouw en familie weer zag, die op 2 oktober uit huis waren gehaald.
Toevoeging van een bezoeker van de website
Van dit gezin is ook een JOKOS-dossier (nummer 53607) aanwezig op het Gemeentearchief van Amsterdam. Voor inzage is toestemming nodig van de stichting Joods Maatschappelijk Werk.