Joël Stouwer was getrouwd met Naatje Vischjager. Zij hadden drie kinderen. Joël Stouwer was diamanthandelaar. Hij had een aantal sieraden aangeschaft om die bij hun vlucht uit Nederland mee te nemen. Samen met één kind bereikten Joël en Naatje Brussel, waar ze de sieraden verborgen bij een familie waar Joël goed bevriend mee was. Ze werden verraden door twee vrouwen, Wijnschenk en Zilverberg, die voor de Duitsers werkten. Zij speelden hen in september 1943 in handen van Kaptein, een SD‘er die zich toelegde op het vangen van uit Nederland gevluchte joden.
Kaptein beloofde Joël, Naatje en hun kind vrij te laten wanneer ze hem de sieraden zouden geven. Joël nam Kaptein mee naar het adres van de bevriende familie en gaf Kaptein de sieraden. Nadat Kaptein de sieraden in zijn bezit had, heeft hij Joël, Naatje en hun kind via Mechelen laten deporteren. Twee kinderen hebben de oorlog overleefd. De bevriende familie heeft de oorlog eveneens overleefd en heeft een verklaring afgelegd.
In het archief van de Stichting Sieraden-Comité liggen onder meer een lijst van geroofde sieraden, een verklaring onder ede en een verklaring van erfrecht uit 1959.
NIOD, Archief Stichting Sieraden-Comité, doos 7HF, dossier 98
Van een of meer mensen in dit gezin hebben wij niet kunnen vaststellen of zij de oorlog al dan niet overleefd hebben. Hun naam is niet teruggevonden op lijsten van overlevenden, maar wij hebben hen ook niet met zekerheid kunnen terugvinden in In Memoriam. Zij zijn in het monument als 'overlevend' aangeduid en hun naam is niet vermeld.
Van dit gezin is ook een JOKOS-dossier (nummer 5509) aanwezig op het Gemeentearchief van Amsterdam. Voor inzage is toestemming nodig van de stichting Joods Maatschappelijk Werk. Uit het JOKOS-dossier is bekend dat er een claim is ingediend voor vergoeding van waardevolle voorwerpen ingeleverd bij de roofbank Lippmann-Rosenthal (L-claim, nummer 11609/7244).