David van Dien was getrouwd met Roosje de Winter. Het echtpaar kreeg vijf kinderen: Judith, Phillippus Nathan, Jansje, Rosaline en een kind dat dank zij de onderduik de oorlog overleefde. De dochter Judith bleef ongehuwd en woonde tot de deportaties bij haar ouders.
David van Dien werd in 1912 beëdigd als makelaar. Op 1 juli 1912 opende hij in de Hooftstraat 77 in Alphen aan den Rijn het assurantiekantoor “D. van Dien, Verzekeringen”. Later werd de naam veranderd in “Vereenigd Alphensch Assurantiekantoor D. van Dien”. Zijn zoon Phillippus Nathan en het kind dat de oorlog overleefde kwamen bij hem in de firma werken. Het bedrijf werd in 1934 omgezet in een Naamloze Vennootschap. De Van Diens traden ook op als veilingmeesters.
Verschillende maatschappelijke functies heeft David van Dien vervuld. Hij was medeoprichter van de gymnastiekvereniging “Hou Vast”. Hij speelde een belangrijke rol binnen de joodse gemeenschap als voorzitter van het bestuur van de synagoge. En hij was voorzitter van de vereniging ”Lekach Tov”.
David van Dien woonde met zijn vrouw Roosje en hun dochter Judith in de Stationsstraat 13 in Alphen. Op 18 augustus 1942 deed de Feldgendarmerie huiszoeking, dit in verband met de beslaglegging van het huis door de Niederländische Grundstückverwaltung. Het huis had zes kamers, waarvan vier verwarmd, een ruime tuin, een kelder en een ruime keuken. Het had stromend water, gas en elektriciteit. De woning werd geconfisqueerd en het gezin moest het huis verlaten. Het huis werd bestemd tot officierswoning. Het gezin van David van Dien trok in bij het echtpaar Aardewerk in de ambtswoning van de joodse gemeente aan de Rijnkade 10 in Alphen. Daar liet David van Dien voor eigen rekening stromend water en een toilet aanleggen.
Judith van Dien was drogist. Zij had met haar zuster Jansje een drogisterij in de Van Manderloostraat. Samen met haar ouders is zij via Westerbork op transportgesteld naar Auschwitz.
L. de Brouwer, De Joodse Gemeente Alphen aan den Rijn, 1792-1964 (Haarlem 2002) 37-41 en 67-70
Van dit gezin is ook een JOKOS-dossier (nummer 53652) aanwezig op het Gemeentearchief van Amsterdam. Voor inzage is toestemming nodig van de stichting Joods Maatschappelijk Werk.