In het huishouden van Maurits Polak en Anna Kaas woonden de zoon Jules Carel Polak en een kind met huwelijkspartner die beiden de oorlog hebben overleefd. Kort na hun huwelijk in 1943 heeft de huwelijkspartner roodvonk gekregen waardoor het echtpaar uitstel van deportatie kreeg.
Toevoeging van een bezoeker van de website
Maurits Polak was vertegenwoordiger van de firma Herman Godschalk, die handelde in levensmiddelen.
Hij was ook een verdienstelijk cellist.
Toevoeging van een bezoeker van de website
Na de deportatie van Maurits en Jules Polak werd het huis per 1 juli 1943 het hoofdkwartier van de Colonne Henneicke, een groep zogenaamde jodenjagers.
Zie voor meer informatie: Ad van Liempt, Kopgeld. Nederlandse premiejagers op zoek naar joden 1943 (Amsterdam 2002)
Van dit gezin of van een van de andere gezinsleden zijn ook JOKOS-dossiers (nummers 5346, 18217) aanwezig op het Gemeentearchief van Amsterdam. Voor inzage is toestemming nodig van de stichting Joods Maatschappelijk Werk. Uit de JOKOS-dossiers is bekend dat er een claim is ingediend voor vergoeding van waardevolle voorwerpen ingeleverd bij de roofbank Lippmann-Rosenthal (L-claim, nummer 14027(4364)/7479).