Mietje Baks, geboren in Arnhem, wonende in Rotterdam en vanaf 22 Augustus 1927 in Den Haag bij haar broer Izaak Baks in de Wagenstraat 101, was een dochter van Abraham Jozef Baks en Saarte Frank. Zij trouwde in Den Haag op 1 Februari 1928 met de en sponzen- en zeemleerhandelaar Abraham Porcelijn, een zoon van Abraham Porcelijn en Sara Polak. Abraham Porcelijn was weduwnaar van Branca Nunes Nabarro en had uit zijn eerdere huwelijk drie kinderen: Sara, Johan en Salomon Elias. De laatste heeft de oorlog overleefd.
Mietje Baks’ huwelijk eindigde door echtscheiding op 10 Juni 1939 in Den Haag. Zij kregen samen een dochter Sientje, die ook tijdens de Sjoa werd vermoord. Zij werd samen met haar moeder Mietje op 6 September 1942 in Kamp Westerbork binnengebracht en reeds de volgende dag, 7 September naar Auschwitz gedeporteerd, waar beiden op 10 September 1942 bij aankomst werden vermoord.
Ook haar ex-man Abraham Porcelijn en twee van zijn kinderen uit zijn eerste huwelijk, zijn in de Sjoa in Auschwitz om het leven gebracht.
Mietje Baks was geboren in een gezin met zes kinderen, waarvan één zoon uit 1883 reeds in 1884 overleed, slechts 1 jaar oud. Haar andere broers en zusters waren Rosette uit 1875, Maurits uit 1877, Jozef uit 1881, Izaak uit 1885 en zijzelf uit 1888. Allen zijn tijdens de Sjoa vermoord. Haar ouders trouwden op 8 April 1869 in Deventer maar zijn al voor de oorlog overleden.
Website www.wiewaswie.nl; Gemeentearchief Den Haag, bevolkingsregister/gezinskaart Mietje Baks; Stadsarchief Amsterdam, archiefkaart Abraham Porcelijn en het archief van de Joodse Raad, kaart van Mietje Porcelijn-Baks.