Verhaal

Gezin Siegfried Kanstein

Siegfried Kanstein (roepnaam Sieg) was de zoon van Julius Kanstein en Cilly Prolsdorfer. In 1933 werd hij door het bedrijf Adler & Oppenheim in Frankfurt am Main naar de Nederlandse vestiging in Oisterwijk uitgezonden. Hij bekleedde de functie van directeur inkoop. Bij Koninklijk Besluit van 15 december 1938 is Siegfried Kanstein tot Nederlander genaturaliseerd.
Op 31 januari 1940 trouwde Siegfried Kanstein met Elisabeth Wolff (roepnaam Elly), dochter van Benjamin Mozes Wolff, grossier in vee en vlees, en Rosalia Israëls. Elisabeth Wolff behaalde aan de Middelbare Meisjesschool (MMS) in Arnhem het A- en B-examen, waarna zij aan het particuliere instituut van Maddy Swaan de driejarige opleiding volgde tot secretaresse Duits, Frans en Engels. Tot aan haar huwelijk werkte zij als directie-secretaresse bij de Hollandse Metallurgische Bedrijven Biliton in Arnhem. Zij woonde toen nog bij haar ouders in de Sweerts de Landastraat 11 in Arnhem. Na hun huwelijk vestigde het echtpaar zich op de bovenetage van de villa Beukenrode aan de George Percklaan C 43 in Oisterwijk.
Siegfried Kanstein deed veel aan sport. Bij het nationale zwemkampioenschap van 30 juni 1935 won hij een bronzen medaille. Hij speelde waterpolo en in die sport was hij scheidsrechter. Elisabeth Wolff deed vooral aan tennis, zeilen en zwemmen. Daarnaast speelde zij piano.
In oktober 1942 werd door de burgemeester van Oisterwijk een opsporingsverzoek uitgevaardigd. Siegfried Kanstein werd ervan verdacht van woonplaats te zijn veranderd zonder de daartoe vereiste vergunning te hebben. Met deze omschrijving werden joden aangeduid die waren ondergedoken.
Op hun vlucht naar Zwitserland zijn Siegfried Kanstein en zijn vrouw Elisabeth Wolff gepakt en via het Franse kamp Drancy naar Auschwitz op transport gesteld.
Algemeen Politieblad, nr 42, 22 oktober 1942, 1189, bericht 2438;
M. Wolff, De nakomelingen van Wolff ben Eleazar en Moshe ben Gompertz Halevi, 1695-1995 (Arnhem, 2001) 236-250