Joseph de Leeuw kwam als dertienjarige in 1886 in dienst bij Metz & Co, toen gevestigd in de Sint Antoniesbreestraat in Amsterdam. Tien jaar later was hij medevennoot. In 1902 verplaatste hij het bedrijf naar een groter pand in de Kalverstraat en in 1908 naar het ruime en voorname pand op de hoek van de Leidsestraat en de Keizersgracht. Voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog was Joseph de Leeuw directeur en enige eigenaar van Metz & Co. Hij trok schilders, beeldende kunstenaars en meubelontwerpers uit binnen- en buitenland aan die voor het bedrijf stoffen en meubelen ontwierpen.
S. Bloemgarten en J. van Velzen, Joods Amsterdam in een bewogen tijd 1980-1940. Een beeldverhaal (Zwolle 1997) 69
Joseph de Leeuw was getrouwd. Zijn eerste echtgenote overleed voor de oorlog. Met haar had hij drie kinderen, waarvan er twee de oorlog overleefden. Zijn dochter Henriette woonde met haar gezin ook in het Gooi. Joseph's tweede echtgenote overleefde de oorlog.
Toevoeging van een bezoeker van de website
Van deze persoon is ook een JOKOS-dossier (nummer 52850) aanwezig op het Gemeentearchief van Amsterdam. Voor inzage is toestemming nodig van de stichting Joods Maatschappelijk Werk. Uit het JOKOS-dossier is bekend dat er een claim is ingediend voor vergoeding van waardevolle voorwerpen ingeleverd bij de roofbank Lippmann-Rosenthal (L-claim, nummer 7129/1479).