De moeder van Jakob Hermann Bier kwam uit Eschwege.
Voor zijn vlucht naar Nederland was Jakob Hermann Bier vize-Polizeipräsident en Regierungsrat in Keulen. Hij werd "ausgebürgert" in 1938.
Jacques Presser schrijft over hem: "Niet gaarne zou de schrijver een woord van eerbiedige dankbaarheid achterwege laten aan H. Bier, de Duits-Joodse leider van het tehuis Oosteinde 16, een voormalig Duits ambtenaar uit Keulen, die nog in het kamp Westerbork met de actetas rondliep welke hij vroeger altoos droeg; in dat kamp wilde hij een keer bloemen plukken en kwam in aanraking met de roestige omrastering; een bloedvergiftiging maakte een eind aan zijn leven. De schrijver, die meer dan eens in dit tehuis Oosteinde lezingen mocht houden, bewaart een levendige herinnering aan de sfeer op dat kleine eiland van beschaving en humaniteit; het is haast onbegrijpelijk, wat alles daar georganiseerd werd, vooral dank zij Bier's alles bezielende leiding; het schonk de vele vervolgden een kort uur van verpozing en verademing in zulke benarde, ja, ondraaglijke omstandigheden."
Werner Stertzenbach vertelde dat Bier opzettelijk tegen de hoogspanningsleiding is gelopen.
Toevoeging van een bezoeker van de website
Zie voor meer informatie:
Ben Braber, Passage naar vrijheid (Amsterdam, 1987);
Dr. J. Presser, Ondergang. De vervolging en verdelging van het Nederlandse jodendom 1940-1945 ('s-Gravenhage, 1965), Band I, blz. 422;
Philo Bregstein, 'Mythen over joods verzet', in: NRC Handelsblad 9.5.1987
Jacob Hermann Bier is op 10 oktober 1943 in het kamp Westerbork omgekomen en op 13 oktober 1943 gecremeerd. De urn met zijn as is op de Joodse begraafplaats in Muiderberg bijgezet op veld U, rij 2, graf nr. 14.
Register van joden die in het kamp Westerbork zijn gecremeerd, 1943-1944; archief van de gemeente Westerbork, opgenomen in het archief van de gemeente Midden-Drenthe te Beilen, inv. n 3789