Betrina Regine (roepnaam Tine) den Hartog was de jongste dochter van Abraham den Hartog en Leentje den Hartog. Na de lagere school deed zij in Rotterdam het vervolgonderwijs. Zij kreeg een opleiding tot verpleegster en kreeg een baan bij het Nieuw Israëlietisch Ziekenhuis in Amsterdam.
Als verpleegster kreeg Tine van de Joodse Raad een 'Sperre', dat wil zeggen een voorlopig uitstel voor de zogenoemde Arbeitseinsatz.
Tine slaagde er in vanuit het Nieuw Israëlietisch Ziekenhuis in Amsterdam overgeplaatst te worden naar het Israëlietisch Ziekenhuis aan de Schietbaanlaan in Rotterdam, waar haar zuster Elisabeth directrice was.
In de vroege ochtend van 26 februari 1943 deed de Sicherheitspolizei met steun van de Vrijwillige Hulppolitie een inval in het Israëlietisch Ziekenhuis in Rotterdam. Alle patiënten en het verplegend personeel werd op transport gesteld naar het kamp Westerbork, onder hen bevond zich Betrina Regine den Hartog. In het kamp Westerbork heeft zij in het ziekenhuis gewerkt. Op 3 maart 1944 is zij naar Auschwitz op transport gesteld.
J. de Moei, In het net gevangen. Een joods gezin in de Tweede Wereldoorlog. Ridderkerk, Rotterdam, Westebork, Polen (Rotterdam 2003) 13, 45 en 60- 61
Biografie