Jacques David Citroen was een zoon van David Roelof Citroen en Jeanette Polak. Hij huwde twee maal: in 1911 en 1926. Beide huwelijken werden door scheiding ontbonden, in respectievelijk 1926 en 1938.
Stadsarchief Amsterdam, archiefkaart Jacques David Citroen
Jacques David Citroen ging op zijn 14de jaar naar Londen om zich te bekwamen in de handel. Na twee jaar keerde hij terug om aan het toneel te gaan. Hij kreeg les van Louis de Vries, waarna hij werd geëngageerd door de Nederlandsche Tooneelvereeniging. Hij nam de artiestennaam Jacques van Hoven aan.
Jacques David Citroen schreef enkele toneelstukken (onder meer 'De leugen van Pierrot' en 'Miek'), hij exploiteerde een openluchttheater in Bilthoven en hij speelde bij een reeks toneelgezelschappen, onder meer het Gezelschap Louis de Vries, de Nederlandsche Tooneelvereeniging, Hollandsch Tooneel, Gezelschap Rika Hopper, Gezelschap Verkade, De Dietse Spelers, De Hagespelers, Nederlandsch Tooneel en Joodsch Kleinkunstensemble.
Hij had een rol in de film L‘oeuvre immortelle (1925) van Jules Duvivier.
P.H. Honig (ed.), Acteurs- en Kleinkunstenaarslexicon. 3200 namen uit 100 jaar Nederlands toneel (Heino/Diepenveen 1984) 447
In maart 1942 werd Jacques Citroen vrijgelaten uit kamp Amersfoort. Onderweg naar Amsterdam zei hij opgelucht 'Eindelijk vrij, nu ben ik weer Jacques van Hoven.'
Toevoeging van een bezoeker van de website
Samen met zijn tweede vrouw opende Jacques David Citroen het Rika Hopper Theater in 1927 op de Plantage Middenlaan 4/a in Amsterdam.
Het theater bleef open tot 1938.
Toevoeging van een bezoeker van de website
Van deze persoon is ook een JOKOS-dossier (nummer 5286) aanwezig op het Gemeentearchief van Amsterdam. Voor inzage is toestemming nodig van de stichting Joods Maatschappelijk Werk.//