Robert Jozef Dürheim arriveerde als Duitse vluchteling op 15 december 1938 in Rotterdam. Hij kreeg daar een plaats in de Quarantainestraat 1, een verzamelplek voor Palestina-Pioniers. Vandaar vertrok hij op 17 april 1939 maar de Vondelhof, een schoolgebouw in de Frederikstraat, grenzend aan het Amsterdamse Vondelpark. Het Vondelhof was eveneens een verzamelpunt voor Palestina-Pioniers. Toen het Vondelhof in september 1939 werd gevorderd voor inkwartiering van Nederlandse soldaten, kreeg Robert Jozef Dürheim een plaats in het Jeugd-Alijah tehuis op het Hof van Moerkerken in Mijnsheerenland. Na de opheffing van dit tehuis op 16 oktober 1940 ging hij met een aantal andere pupillen naar het Jeugd-Alijah tehuis in Loosdrecht, het Paviljoen Loosdrechtse Rade. Hier werkte hij bij een veeboer, waar hij leerde koeien te melken.
Samen met zeven andere Palestina-Pioniers (Siegbert Leo Adler, Bernard Aschheim, Juda Pinkhof, Lilli Kellner, Fabian Schön, Jossel Waldmann en Esra Jurovics) is Robert Jozef Dürheim bij een poging naar Zwitserland te vluchten aan de Belgische grens opgepakt.
F. van der Straaten, Om nooit te vergeten. Herinneringen en belevenissen aan/van Palestina-Pioniers gedurende de oorlogsjaren 1939-1945 (Mijnsheerenland s.a.) 64, 82
Deze persoon wordt herdacht op een gedenkteken in Loosdrecht. Een beschrijving van dit gedenkteken is te vinden op de website van het Nationaal Comité 4 en 5 mei.
Meer informatie over deze persoon is te vinden op de website www.dokin.nl