Elie Kleinkramer was een zoon van Simon Kleinkramer en Betje den Hartog. Hij trouwde op 3 Januari 1917 met Hester Park, een dochter van Emanuel Joseph Park en Jetje van Leeuwen. Het echtpaar kreeg twee kinderen, t.w. Betje in 1917 en Emanuel Joseph in 1921.
Het huwelijk van Elie en Hester hield echter geen stand en op 5 Januari 1932 eindigde het huwelijk in echtscheiding. Elie Kleinkramer hertrouwde op 20 November 1932 met Geertruida van der Stam, een dochter van Joseph van der Stam en Sibilla Mendels, die eerder gehuwd was (in 1918) en gescheiden van (in 1930) Mozes van Hachgenberg; uit dat huwelijk werden twee kinderen geboren, die beiden de oorlog hebben overleefd net als de vader van de beide kinderen.
Op 26 Februari 1936 verhuisde Geertruida van der Stam met haar beide kinderen uit haar eerste huwelijk naar de Schiekade 180b in Rotterdam en vertrokken daarna op 18 Augustus 1936 naar de Borneolaan 47 in Hilversum. Geertruida's laatste adres in Hilversum was Gijsbrecht van Amstelstraat 308. Van daar uit is zij uiteindelijk naar Sobibor gedeporteerd waar zij bij aankomst op 23 Juli 1943 werd vermoord.
Elie Kleinkramer woonde sindsdien "gescheiden" van zijn tweede vrouw en zijn laatste bekende adres was bij zijn broer Hartog Kleinkramer en zijn gezin op de Oostzeedijk 104C in Rotterdam. Op 28 November 1942 werd hij in Kamp Westerbork geregistreerd en moest hij verblijven in barak 71. Uiteindelijk werd Elie op 20 Juli 1943 naar Sobibor gedeporteerd waar ook hij op 23 Juli 1943 werd vermoord.
Stadsarchief Rotterdam, gezinskaarten van Elie Kleinkramer en Geertruida van der Stam; stadsarchief Amsterdam, archiefkaart Mozes van Hachgenberg; website www.wiewaswie.nl; het archief van de Joodse Raad, kaart van Elie Kleinkramer en een toevoeging van een bezoeker van de website.