Abraham Benjamin de Vries werd in Haarlem geboren als een zoon van Benjamin Abraham de Vries en Suzanne Dondorp. Abraham de Vries was meubelmaker maar ging in 1903 bij de Spoorwegen werken. Zijn werkplaats was aan de Amsterdamsche Vaart in Haarlem. Abraham de Vries was bestuurslid van de vakbond "Spoor- en Trammaatschappij".
Abraham besteedde zijn vrije tijd onder andere met ledenwerving voor de crematievereniging. Bovendien was hij elke zaterdagmiddag te vinden achter het loket van het Spaarfonds van "de Werkmansvriend". Dit fonds was bedoeld om donateurs de mogelijkheid te geven te sparen voor dekens en kolen. Op zondagmorgen inde Abraham de Vries contributie voor de SDAP. De opbrengst droeg hij af in het gebouw HAS in de Smedestraat in Haarlem.
Abraham de Vries werd in 1930 weduwnaar van Jans Duim (47 jaar). In oktober 1931 trouwde hij met Meintje 'Mina' Koe, een familievriendin.
Denkend dat de risico's in 1942 niet al te groot waren, wilde het echtpaar in eerste instantie niet onderduiken. Later veranderden ze van gedachte en bleekte Meintje Koe haar haar. Met de hulp van een spoorwegwachter kon het echtpaar in een spoorweghuisje in Enkhuizen onderduiken. Omdat in augustus 1942 een gearresteerde joodse man kans had gezien het politiebureau van Enkhuizen te ontvluchten, werd de politie opgedragen een zoektocht te organiseren waarbij Abraham de Vries en Meintje Koe werden gevonden. Via het Huis van Bewaring aan de Amstelveensche Weg in Amsterdam belandt Abraham de Vries in kamp Amersfoort. Op 13 november 1942 kwam hij in Westerbork. Een maand later werd hij naar Auschwitz gedeporteerd.
Toevoeging van een bezoeker van de website
Biografie