Herman van Zuiden was de enige zoon van Frederik Marcus van Zuiden en Margaretha de la Bella. Zijn vader was afkomstig uit Assen, waar het grootste deel van zijn familie nog woonde.
Herman werd geboren in de Ruyschstraat in Amsterdam-Oost. Toen hij 8 jaar was, verhuisde hij met zijn ouders naar de Nieuwe Herengracht 25-I, om de hoek van de Blauwbrug. Hij volgde lager onderwijs op een van de buurtscholen en ging daarna naar de Openbare Handelsschool op het Raamplein. Bij de keuring voor militaire dienst in mei 1934 zat hij in de vijfde klas en volgens een aantekening in het militieregister moest hij zo spoedig mogelijk geplaatst worden. Hij kreeg een opleiding tot onderofficier-administrateur aangeboden, diende in het leger vanaf februari 1935 en ging in november van dat jaar met groot verlof.
Terug in Amsterdam ging Herman aan het werk als winkelbediende, en na verloop van tijd schopte hij het tot chef. Onbekend is in welke winkel of branche hij werkzaam was.
Tijdens de razzia van zaterdag 22 februari 1941 werd Herman opgepakt. Zijn ouderlijk huis op de Nieuwe Herengracht lag binnen het door de gewapende grüne Polizei afgezette gebied. Hij werd hardhandig naar het Jonas Daniël Meijerplein opgejaagd en vanaf daar samen met honderden andere Joodse mannen naar interneringskamp Schoorl overgebracht. Op 27 februari werd de groep per trein naar Buchenwald en op 22 mei naar Mauthausen gedeporteerd.
Herman van Zuiden was lid van de voetbalvereniging Wilhelmina Vooruit (later verenigd met HEDW) in Amsterdam. Hij was midvoor. Vanuit Mauthausen schreef Herman eind augustus 1941 een brief naar huis waarin hij zijn club liet groeten ‘mede namens Sal Zwaaf’ en meldde te hopen weer snel mee te kunnen spelen met het team. Deze Sal, roepnaam van bontwerker Salomon Zwaaf uit de Tolstraat, was opgepakt tijdens de razzia in Amsterdam van 11 juni en ook naar Mauthausen gedeporteerd. Herman staat vermeld op het monument ter nagedachtenis aan de omgekomen leden van de vereniging op het terrein van WV-HEDW (Wilhelmina Vooruit-Hortus en Eendracht Doet Winnen) in de Watergraafsmeer.
Volgens de kampadministratie kwam Herman, 26 jaar oud, op 5 september 1941 in Mauthausen om het leven. Het vermoeden bestaat echter dat hij al enkele weken eerder, op 13 augustus, in de gaskamer van Slot Hartheim was vermoord. Herman was de eerste van in totaal 62 Joodse leden van voetbalclub WV-HEDW die door de naziʼs zouden worden vermoord. Salomon Zwaaf kwam op 10 oktober in Mauthausen om het leven.
De ouders van Herman, Frederik en Margaretha, overleefden de oorlog.
Gebaseerd op onderzoek en verhaal Wally de Lang