Biografie

Over Eugene Louis Heilmann

Eugene Louis Heilmann bezocht de 6de HBS aan de Nieuwe Duinweg in Scheveningen in de jaren 1925 – 1930. Daarna studeerde hij chemie te Leiden. Als doctorandus was hij assistent op het chemisch laboratorium van de Universiteit, doch moest dit opgeven in september 1941, evenals de lessen bij de avondschool “Noctua”. Daarna werkte hij op een particulier laboratorium.

In augustus werd hij opgeroepen voor “arbeidsdienst te Westerbork”. De Joodse Raad en zijn promotor gaven hem de hoop dat hij weer zou vrijkomen voor promotie en wetenschappelijk werk. Ook vreesde hij represailles op zijn ouders als hij zou onderduiken. Van begin 1943 tot zomer 1944 werkte hij in het Philips’ laboratorium te Vught. In die tijd vertoefde hij ook enige tijd te Westerbork, waar hij zijn vader en broer ontmoette. Van Vught – waar hij werkte in het Sobu – werd hij 3 juni 1944 naar Reichenau getransporteerd. Hij leed toen aan oedeem en lag er in een ziekenbarak. Hij werd op transport gezet naar Dachau, waar hij niet meer is aangekomen. Een van zijn kampgenoten vertelde zijn moeder later: “Uw zoon was in alle kampen een kraan van een kerel. Nooit heeft hij ook maar het geringste gedaan dat een ander had kunnen kwetsen of schaden. Veel van het eten, dat toch reeds veel te weinig was, heeft hij aan zieken en zwakken afgestaan. Er zijn mensen geweest die hem daarop hebben gewezen, maar zijn karakter was nu eenmaal zo, dat hij geen anderen kon zien lijden.”

Uit het verslag dat door de toenmalige rector van de 6de HBS direct na het einde van de oorlog na intensief speurwerk is samengesteld.
Toevoeging van een bezoeker van de website