Biografie

Over Abraham van Creveld

Abraham van Creveld was een zoon van Meijer Benjamin van Creveld en Betje Bosman. Hij trouwde in 1882 met Heintje Bos. Het echtpaar kreeg tien kinderen: Israel en Betsy (beide jong gestorven), Anna Rose (overleden in 1927) en zeven kinderen die de oorlog hebben overleefd.
Toevoeging van een bezoeker van de website

Bij de eerste jaartijddag van A. van Creveld Mzn. verscheen in Het Joodsche Weekblad een artikel over hem:

Van Creveld kwam op 15-jarige leeftijd uit Hoorn naar Amsterdam, waar hij studeerde aan het Nederlands Israëlietisch Seminarium. Hij behaalde de hoogste rang van godsdienstonderwijzer. Later verleende opperrabbijn J.H. Dünner hem de eretitel van magied. Hij was toen ook al moheel.
Van Creveld was onderwijzer. Hij richtte een boekhandel en een uitgeverij op. Hij stichtte het 'Centraalblad voor Israëlieten in Nederland'. Daarnaast initieerde hij vele uitgaven op joods-wetenschappelijk gebied, zoals de bundel predikaties van opperrabbijn J.H. Dünner, de Pentateuch-uitgave met Rasji van A.S. Onderwijzer, het gebedenboek met vertaling en verklaring van L. Wagenaar enzovoort.
Van Creveld was lange tijd voorzitter van de Bond van Godsdienstonderwijzers Achawa en mede-oprichter van de vereniging ’Steun aan Weduwen‘. Hij nam tevens het initiatief tot het houden van Chanoeka-schoolfeesten in Amsterdam. Op 60-jarige leeftijd legde hij zijn functies neer. Hij werd lid van de kerkenraad in Amsterdam en van de Centrale Commissie.
Van Creveld schreef een 'monografie over Lessing‘s ’Nathan der Weise‘, behelzende een levensschets van Mozes Mendelsohn, welk lezenswaard geschrift op menige bladzijde onbewust het karakter van een autobiografie draagt'.
Het Joodsche Weekblad, 24 oktober 1941, 6

Abraham van Creveld verrichtte zelf de besnijdenis bij al zijn zoons.
De op zijn initiatief uitgegeven Pentateuch-uitgave van A.S.Onderwijzer was voorzien van Nederlandse vertaling, zowel van de Pentateuch als van het Rashi commentaar.Vooral de Rashi-vertaling, met verklaringen tussen rechthoekige en ronde haakjes erbij, moet als een bijzondere prestatie gezien worden. Elk deel van de vijf boeken was voorzien van haftarot (vertaald door rabbijn S.Ph. de Vries) en ochtend- en musaphgebed, eveneens in het Nederlands vertaald, en de Jozeroth vertaald door S.Sohlberg.
Toevoeging van een bezoeker van de website

Van deze persoon is ook een JOKOS-dossier (nummer 10146) aanwezig op het Gemeentearchief van Amsterdam. Voor inzage is toestemming nodig van de stichting Joods Maatschappelijk Werk.