Betje Polak, dochter van Philip Polak en Aaltje Nathans, werd tijdens de Sjoa in Auschwitz vermoord. Volgens haar registratiekaart uit het archief van de Joodse Raad, was zij op 3 October 1942 in Kamp Westerbork aangekomen, werd zij op 5 October gedeporteerd en op 8 October 1942 bij aankomst in Auschwitz vermoord. Op haar registratiekaart was een adres vermeld voor correspondentie; dat was van haar vader Philip Polak, die waarschijnlijk als patient verbleef in de psychiatrische inrichting Port Natal in Assen. Patienten en staf van dit psychatrische ziekenhuis werden in 1943 op last van de bezetters afgevoerd; haar vader werd in Sobibor op 23 April 1943 vermoord. Haar moeder werd eveneens in Sobibor vermoord, echter reeds op 13 Maart 1943 en haar broer Simon verloor zijn leven ergens in Midden Europa op 31 Maart 1943.
www.wiewaswie.nl; archief Joodse Raad, kaarten van Betje, Aaltje en Simon Polak en Encyclopedie Drente, https://www.geheugenvandrenthe.nl/licht-en-kracht en de geschiedenis van Port Natal, http://www.portnatal.nl/Landgoed_Port_Natal/Geschiedenis.html.
De ongehuwde Betje Polak werkte als verkoopster in de manufacturenwinkel van Izaäk van Dam in Zuidlaren.
H. Hamburger en J.C. Regtien, Joodse oorlogsmonumenten in de provincie Drenthe. Profiel (Bedum 1999) 34
Izaäk van Dam was de oom van Betje Polak. Izaäk was getrouwd met een zus van de moeder van Betje.
Toevoeging van een bezoeker van de website
Deze persoon wordt herdacht op een gedenkteken in Zuidlaren. Een beschrijving van dit gedenkteken is te vinden op de website van het Nationaal Comité 4 en 5 mei.