Joseph Bak (tevens bekend als Joop) dook samen met zijn broer Benedictus Bak en diens echtgenote Debora Lehrer in november of december 1942 onder in Pijnacker. De familie was eigenaar geweest van een winkel in belegde broodjes in de Wagenstraat te Den Haag. Joop was gescheiden van zijn vrouw. In de herfst van 1943 werd de familie Bak verraden en op hun onderduikadres gearresteerd. Via de strafgevangenis Scheveningen werd Joop overgebracht naar Westerbork.
Edwin van Baarle, Vertrokken zonder nader adres: de joodse inwoners en onderduikers van Pijnacker, 1936-1945 (Pijnacker 2005)
De burgemeester van Leidschendam verzocht opsporing, aanhouding en voorgeleiding van Joseph Bak, wonende te Leidschendam. Hij had zonder de vereiste vergunning zijn woonplaats verlaten. Met deze omschrijving werden joden aangeduid die waren ondergedoken.
Algemeen Politieblad, nr 50, 17 december 1942, 1415, bericht 3141