Hartog van Stratum was getrouwd met Saartje Cohen en had negen kinderen: Noach (gestorven in de jaren '20), Isaac, Mietje, Marcus, Vroukje en vier kinderen die de oorlog hebben overleefd. Toen het gezin naar Amsterdam verhuisde is het in de Egelantiersstraat gaan wonen. Hartog handelde in lompen en metalen. Hij stond op de markt en had in de Egelantiersstraat een uitdragerij, dat is een winkel in tweedehands kleding. Toen hij stopte met de handel is het gezin in de Bloemstraat 3 of 5 gaan wonen.
De echtgenote van Hartog van Stratum is in 1933 overleden. Zij is begraven vanuit de Grote Synagoge aan het Jonas Daniël Meijerplein. Na haar overlijden is Hartog bij één van zijn kinderen gaan wonen in de Nieuwe Leliestraat 179 a.
Tijdens de bezetting werd Hartog van Stratum door de politie van huis opgehaald. Hij was toen dementerend. Een kleinkind herinnert zich hoe Hartog naar het politiebureau aan de Polderweg werd gebracht. Vandaar is hij via Westerbork gedeporteerd.
Toevoeging van een bezoeker van de website
Een jong familielid van Hartog van Stratum werd gedwongen hem weg te brengen naar de Polderweg in Amsterdam-Oost.
Toevoeging van een bezoeker van de website