Gompert Gazan, doorgaans Herman genoemd, was een zoon van Philip Gazan en Hendrina Schlosser. Hij was slachter, en slager O.R.T. van beroep (de enige in Holten). Op 30 Augustus 1916 trouwt hij in Holten met Betje Berg, een dochter van Abraham Berg en Dina Pagrach. Het echtpaar kreeg tien kinderen, t.w. Abraham (werd Bram genoemd), Hendrie Philip (werd Harry genoemd), Louis, David, Dina, David Isaak Geerts, Dina Hendrina, Bernard Levie, Helena Dora Eva en Dora. Van deze kinderen hebben Bram, Harry en Louis de oorlog overleefd en zijn Dina en David op jonge leeftijd overleden. De andere vijf kinderen zijn op 11 Februari 1933, samen met hun moeder tijdens de Sjoa vermoord.
Gompert (Herman) Gazan, was leider van een verzetsgroep in Holten die overvallen pleegde op overheidsgebouwen voor bonkaarten en persoonsbewijzen. Zijn arrestatie was het gevolg van verraad: een politieagent deed zich voor als verzetsman, maar was in feite een mol die de in de groep was geinfiltreerd. Gompert Gazan is door Nederlandse politiemensen opgepakt en naar de SD in Arnhem overgebracht. Op voorhand was hij op het station al in elkaar geslagen. Overigens werd de verrader ontdekt en geliquideerd. Uit wraak is Gompert (Herman) Gazan later in de koepelgevangenis gemarteld en dood-geranseld. Het is nog altijd de vraag wat er met zijn lichaam is gebeurd; dat is nooit teruggevonden.
Op 10 September 1943 werd zijn vrouw Betje Berg met vijf van haar kinderen naar kamp Westerbork afgevoerd. Zij moesten verblijven in barak 70. Volgens de registratiekaart van de Joodse Raad heeft Betje Gazan-Berg pogingen ondernomen om vrijstelling van deportatie te verkrijgen. Op 18 September 1943 luidt een aantekening op haar registratiekaart:
Verzoek ingediend op grond gemengd huwelijk. Verzoek om vrijstelling Rijksinspectie dat man J II en kinderen J I van gemeentehuis Holten 11/9. Gelieve Mr. S.J. Hamming, Boomkamp 12 in Rijssen in te lichten omtrent gunstige beslissing. 13/9. Op 17 September komt bericht van het gemeentebestuur van Holten dat een beslissing van de Rijksinspectie daar niet bekend is. En op 23 September 1943 volgt een schrijven van Mr. Hamming dat een beslissing van de Rijksinspectie nog niet is gekomen.
Dat dit alles tot niets heeft geleid blijkt uit het feit dat Betje met haar vijf kinderen uiteindelijk op 8 Februari 1944 toch naar Auschwitz zijn gedeporteerd en daar direct bij aankomst op 11 Februari 1944 zijn vermoord.
website www.wiewaswie.nl; Uit het boek "In Herinnering. Verhalen over Herman Gazan en andere Joodse families in Holten. Uitgave Oudheidkamer Hoolt'n, archief Joodse Raad, registratiekaarten van Betje Gazan-Berg en haar vijf kinderen Gazan en een toevoeging van een bezoeker van de website
Met een gedenkteken in Holten worden de joodse slachtoffers uit die gemeente herdacht. Een beschrijving van dit gedenkteken is te vinden op de website van het Nationaal Comité 4 en 5 mei.