Herman Isidor de Lieme was een zoon van Meijer de Lieme (reiziger in papier en voorzanger in o.a. de Joodse Invalide te Amsterdam), en Anna Rachel Italie. Hij trouwde op 23 jarige leeftijd op 14 April 1929 in Hoogeveen met Bettje Polak, een dochter van Salomo Polak en Klara Nathans.
Herman Isidor kwam uit een gezin met vier kinderen. Eén broertje, Ajser overleed in 1900, slechts 3 maanden oud. Ook zijn broertje Nathan stierf op hele jonge leeftijd in 1901. Die werd slechts 1 jaar oud. Zijn zuster Jansje daarentegen werd in 1943 in Sobibor vermoord. Hij zelf kwam om in Auschwitz.
Herman Isidor de Lieme was godsdienst leraar en werd later de oppervoorzanger in de synagoge van 's Hertogenbosch. Vanaf 1928 was hij secretaris van de N.I.G. Den Bosch. Op zijn kaart van de Joodse Raad werd onder meer vermeld "dat hij in goede gezondheid verkeerde en er werd extra benadrukt dat hij een prima administratieve kracht was en zeer geschikt om leiding te geven".
Herman en zijn vrouw Bettje waren ondergedoken, apart van hun kinderen maar zij werden verraden. Op 28 November 1943 kwam hij met zijn vrouw aan in Kamp Westerbork, waar zij hebben moeten verblijven in barak 67. Op 25 Januari 1944 werden Herman en Bettje naar Auschwitz gedeporteerd, waar zijn vrouw direct bij aankomst op 28 Januari 1944 werd vermoord. Zelf werd Herman op 31 Mei 1944 om het leven gebracht.
Website www.wiewaswie.nl en het archief van de Joodse Raad, kaarten van Herman Isidor de Lieme en Bettje Polak.