De van oorsprong Duitse jood Julius Guggenheimer emigreerde in 1938 naar Amsterdam en
opende een fotoatelier op het adres Michelangelostraat 60. Het is onbekend of Guggenheimer voor zijn komst naar Nederland al werkzaam was als professioneel fotograaf. Of hij nu amateur was of professional, zijn foto’s hadden een grote kwaliteit die ook algemeen werd onderkend gezien de vele onderscheidingen en lovende beoordelingen.
In Duitsland was Guggenheimer lid van de Photographische Vereinigung Memmingen en erelid van de Arbeitsgemeinschaft Jüdische Amateurfotografen. In Nederland sloot hij zich aan bij de Nederlandse Amateurfotografen Vereniging (NAFV), waarvoor hij lezingen en werkavonden verzorgde en tevens jury-lidmaatschappen bekleedde.
Guggenheimer adverteerde onder de naam ‘Guggs Fotos’ en specialiseerde zich vanaf 1938 in: portretten, kinderfoto’s, reclame, illustraties en architectuur. Hij gebruikte - net als Werner Mantz - in de jaren dertig een kleinbeeldcamera voor de portretfotografie. De foto’s die bewaard bleven en de veelal in de jaren dertig gepubliceerde opnamen, verwijzen naar de kunstfotografie. Nog in 1940 vervaardigde Guggenheimer voor een Focus-inzending een groene pigmo-druk.
Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog vluchtten de twee kinderen van Guggenheimer naar Engeland. Julius en zijn vrouw durfden niet onder te duiken en werden in de zomer van 1943 naar Sobibor gedeporteerd, waar zij om het leven werden gebracht. © Nederlands Fotomuseum