Elizabeth Knap was een dochter van Marcus Knap en Debora van Emrik. Zij werd geboren als 4e kind in een gezin met veertien kinderen waarvan één dochter in 1876 overleed, slechts 5 maanden oud; vijf kinderen al voor de oorlog zijn overleden; twee dochters de Holocaust hebben overleefd en zes kinderen, waaronder Elizabeth, Meijer Filip, Simon, Sara, Benjamin en Rebecca, in de Sjoa zijn vermoord.
Elizabeth Knap trouwde 30 December 1897 in Rotterdam met Alexander Rappoport uit Hasenpoth (Rusland), koopman in kiekens/poelier van beroep, een zoon van Leib Rappoport en Johanna Tamburer. Na haar huwelijk woonden Elizabeth en Alexander tot begin October 1906 in Rotterdam maar werden op de 8e van die maand afgeschreven uit het Rotterdamse Bevolkingsregister naar Capellen in Belgie.
Op 13 September 1911 kregen Elizabeth en Alexander in Antwerpen een zoon: Leopold Joseph. Uit het Antwerps Vreemdelingen Dossier 74031 blijkt dat hij per 16 October 1935 woonachtig was in de Simonsstraat 24 te Antwerpen en bij de politie een "getuigschrift van goed gedrag" heeft aangevraagd "om werk te bekomen" hetwelk hij 2 dagen later heeft verkregen. Leopold Rappoport was diamantkliever van beroep.
Van hem is tot nu verder bekend dat hij op 24 October 1942 met Konvooi VIV (14) als gevangene 821 vanuit Mechelen naar Auschwitz is gedeporteerd, wat op 26 October 1942 aldaar is aangekomen. Het is ook bekend dat meer dan de helft van de mannelijke gedeporteerden van dit konvooi niet onmiddellijk naar de gaskamer werden gestuurd maar werden ingeschreven in Auschwitz. Vermoedelijk behoorde Leopold Joseph op 26 October 1942 daarbij, toen 31 jaar oud en is daar gedwongen tewerkgesteld, maar onbekend is waar en/of wanneer hij om het leven is gebracht of dat hij mogelijk behoorde tot de 15 personen uit het 14e konvooi, die Auschwitz hebben overleefd.
In Februari 1912 kwam het gezin Rappoport weer naar Rotterdam waar zij woonden in de Bokelstraat 29b. Echter haar man Alexander overleed op 10 Juli 1912 in Rotterdam en een jaar later, op 10 Juni 1913 verhuisde Elizabeth samen met haar zoon Leopold weer naar Antwerpen en woonden in de Vestingstraat 40, waar zij als kosthuishoudster in haar en Leopold’s levensonderhoud heeft voorzien. Voor het verhuren van kamers in Antwerpen adverteerde zij daarvoor ook in het Rotterdams Nieuwsblad.
Op 30 November 1920 hertrouwde de weduwe Elizabeth Knap in Antwerpen met de weduwnaar van Naatje Salomons, de 59-jarige Jacob Stodel, diamantbewerker, een zoon van Wolf Stodel en Aaltje Springer. Echter Jacob Stodel overleed te Antwerpen op 2 Juni 1938, waarop Elizabeth op 1 Augustus 1941 terugkeerde in Rotterdam en woonde op het adres Persijnstraat 1.
Op 10 April 1943 werd Elizabeth Stodel-Knap geregistreerd in kamp Westerbork waar zij moest verblijven in barak 72. Op 20 April is zij gedeporteerd naar Sobibor, waar zij bij aankomst aldaar op 23 April 1943 direct is vermoord.
Stadsarchief Rotterdam, gezinskaarten Marcus Knap en Elizabeth Knap; website www.wiewaswie.nl; Antwerps Vreemdelingen Dossier, nr. 69695 en 74031, images 6-22; Huwelijksakte 4808 dd 30-11-192 van de Stad Antwerpen; het Memoriaal van de deportatie der Joden uit Belgie, blz. 29 en 431; archief Joodse Raad Amsterdam, kaart van Elisabeth Stodel-Knep (foute spelling); overlijdensakte 470 Rotterdam 1950 v1---080 en een toevoeging van een bezoeker van de website.