Louis Hartog Frijda werd in 1927, na een gedegen opleiding door de bekende mohel Jesaja Lissauer uit Amsterdam, aangesteld door het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap als besnijder te Utrecht. Hij besneed in de periode 1927-1943 247 jongetjes, zowel in Utrecht als ver in de wijde omtrek, tot aan Zuid-Limburg toe. In Utrecht en omstreken werden 92% van de besnijdenissen door hem uitgevoerd (bron: besnijdenisformulieren voor registratie in Ressort Utrecht; Archief Utrecht). Zijn laatste besnijdenis vond plaats op 25 februari 1943.
Verhaal